Artikel

Op 10 februari 1463 kreeg Schagen uit handen van heer Willem het recht een weekmarkt te houden. Daarmee kreeg Schagen een economisch vliegwiel in handen, dat haar betekenis als centrumplaats zeer ten goede kwam. De markt werd rondom de kerk gehouden. Er werd vee aangevoerd, maar ook goederen. Vis werd verhandeld in het Vischhuis, dat ten noorden van de kerk op de marktplaats stond. Hoewel de visserij voor Schagen nauwelijks betekenis had, vermelden de stadsannalen toch een opmerkelijk hoogtepunt. Op 12 maart 1675 werd in het Vischhuis een kabeljauw met een gewicht van 56 pond verkocht voor vijf gulden en twaalf stuivers.

De belangrijkste markt was eeuwen lang de druk bezochte donderdagse veemarkt, waar ook wol, kaas, boter en eieren werden verhandeld. Een deel van het vee was bestemd voor de export. Rond het midden van de 19e eeuw werden er per jaar ongeveer 8.000 à 9.000 schapen en 300 koeien voornamelijk naar Engeland en later ook naar Duitsland uitgevoerd. De wol ging meestal naar België en Frankrijk. Naast de wekelijkse veemarkt waren er in het voorjaar grote koeien- en lammerenmarkten en in het najaar koeien- en schapenmarkten. Twee keer per jaar werd een regionaal vermaarde paardenmarkt gehouden. In die tijd verliep de handel op de markten naar ieders tevredenheid. De inpoldering van Zijpe en Anna Paulowna, de verbeteringen aan de toegangswegen en de binnenstad en de toenemende handel met het Nieuwe Diep (Den Helder) brachten nog meer rugwind. De gemeente stelde in 1870 tevreden vast dat zowel de wekelijkse als de jaarmarkten bleven groeien.

Na 1915 nam de veehandel af en liepen de marktnoteringen sterk terug. Dat overkwam ook de eierenmarkt en de botermarkt die eind 19e eeuw bij landbouwsociëteit Ceres aan de Hoogzijde werden gehouden. De onderlinge eierenmarkt maakte in 1924 plaats voor een gemeentelijke eierveiling, die tot 1947 heeft bestaan. Kaas, het belangrijkste product van de boeren in de regio Schagen, werd tot het begin van de 20e eeuw op de donderdagse markt verhandeld. In 1902 stelde de gemeente een wekelijkse kaasmarkt in, die 's woensdags werd gehouden voor hotel 't Centrum, op de hoek van de Gedempte Gracht en de Markt. De kazen werden met berries van de markt naar de waag aan de overkant gedragen om te worden gewogen. Het gemeentebestuur verwachtte veel van deze markt. In de eerste jaren werd jaarlijks zo'n 650.000 kilo verhandeld. Maar in 1909 was de aanvoer zo klein geworden, dat de gemeente het beter vond om de kaasmarkt te schorsen. Na een kleine opleving werd hij in 1912 opgeheven. Van de veemarkt, die bleef tot aan het einde van de 20e eeuw, is de donderdagse stalletjesmarkt overgebleven. Vee wordt in Schagen alleen nog aangevoerd naar de jaarlijkse Paasveetentoonstelling, paarden tijdens de jaarlijkse paardenkeuring