Artikel

kerkbrand 4 gpl

Het was een marktdag geweest als alle andere. De grote luidklok in de toren op de marktplaats had vijf uur geslagen. Het was donderdagmiddag 29 augustus 1895.

 

kerkbrand 1'Brand, Brand!' Die kreet deed de nog aanwezigen rond het kerkgebouw op de markt opschrikken. Het was de stem van loodgieter Lucas Spierings, die aan de zuidkant van het kerkdak reparaties uitvoerde. Door onvoorzichtigheid met zijn vuurpot had hij het dak vlam doen vatten. Aangewakkerd door de zuidwester bries greep het vuur razendsnel om zich heen. Het werd er niet beter op toen het pas bijgevulde turfhok vlam vatte, met een enorme rookontwikkeling tot gevolg. Door de sterke wind ontstond een vonkenregen, die neerkwam op de panden aan de noordoostkant van de markt. Met bluswater uit de sloten langs de Loet en aan het Noord (de Gracht was al gedempt) bleef de brandweer daar elk begin van brand de baas.

Ondanks het vuur in de spits liet de halfuurklok in de toren om half zes zijn geluid nog horen. Een uur na het uitbreken van de brand sloeg de grote torenklok nog een keer... Daarna stortte hij met donderend geraas omlaag, ten slotte gevolgd door de torenspits. 's Nachts om half een konden de spuitgasten inrukken, na ruim zeven uren zwoegen.

Met de kerk in puin werden noodmaatregelen getroffen. De kerkeraad huurde voor de duur van twee jaar een houten hulpkerk voor f 1.000. Ook voor de drinkwatervoorziening moest een oplossing komen. Het kerkdak ving namelijk regenwater op dat naar een groot reservoir onder de marktplaats werd geleid. Vóór de brand konden burgers, die geen eigen watervoorziening hadden, daar aan de waterput een emmer vullen voor een dubbeltje.

 

 

kerkbrand 2kerkbrand 3

Nu die voorziening was weggevallen werd besloten op de Markt een noodput te slaan. Een ander gemis was het verlies van het torenuurwerk. De werkende klasse bezat geen horloges en liet zich voor zijn dagindeling geheel leiden door de signalen van de torenklok. Het gemeentebestuur plaatste nu een klokje aan de gevel van het raadhuis, dat overigens een belabberde vervanger bleek: zie het 'Kreupeldicht' hieronder.

Zes weken na de brand werd in een gemeenteraadsvergadering besloten om een architect aan te trekken voor het herbouwen van de kerk. In het uiteindelijk gekozen ontwerp kwam de toren nu aan de oostkant in plaats van aan de westkant en dus naar het centrum gericht. Met gelukwensen aan ontwerper J.A.G. van der Steur werd de laatste raadsvergadering besloten met de woorden: 'Het oude was mooi, maar het nieuwe niet minder'. Er kon herbouwd worden. Loodgieter Spierings werd schuldig verklaard aan de brand en tot drie weken hechtenis veroordeeld. Hem werd nog lang kwalijk genomen dat hij als katholiek zo lichtvaardig had gehandeld op het dak van een hervormde kerk.

kerkbrand 5