Niet dat de gemeente op zijn handen zat. In 1884 was een commissie ingesteld die moest rapporteren over de toestand van de sloten. In het rapport stond een waslijst van verbeterpunten, waaruit onder meer is af te leiden dat Schagen toen al een tonnenstelsel had. Daarop benoemden b. en w. een gezondheidscommissie, die had toe te zien op de reinheid van sloten, straten en erven.
Langzaam maar zeker sorteerden voorlichting en toezicht effect. De privaten boven sloot verhuisden zoetjesaan naar poepdozen in of tegen de woning, het tonnenstelsel won terrein.
Wie de vijftiger jaren heeft meegemaakt herinnert zich de laatste tonnenwagen nog. Een als huifkar opgetuigde vrachtauto, waarmee de ambtenaren der openbare werken huis aan huis de burger van zijn volle ton verlosten. De lege namen zij mee het huis in. De volle tilden zij uit de poepdoos en op de schouder, droegen hem naar buiten tot voor de woning, waar een op de wagen gezeten collega hem bij de andere tonnen onder de huif zette. Deze collega heette Klaas Bruin; nomen est omen. Hij werd in de volksmond Klaas Poeptaai genoemd.
De tonnen gingen naar de gemeentelijke vuilnisbelt aan de Hale, waar zij werden geledigd. Stoute jongetjes werden door hun ouders gemaand hun leven te beteren, anders moesten ze voor straf met Klaas Poeptaai 'drollen sorteren op de belt'. De bewoners van de in 1920 nieuw opgeleverde Magnusbuurt waren de eersten die in Schagen de ton konden verruilen voor het watercloset met spoelbak. Pas tegen 1960 maakte de tonnenwagen zijn laatste rit door Schagen
BRONNEN: