Artikel

 

Thom Denijs

 

 

 

 

Thomas Johannes (Thom) Denijs werd geboren te Schagen op 3 januari 1877.

Hij was in zijn tijd een beroemd zanger (bas-bariton).

 

Thom kwam uit een zeer muzikale familie. 
Zijn vader was Johannes Denijs, van beroep kashouder en een verdienstelijk zanger (bas). Zijn moeder was Margaretha van der Haagen. 
Zijn opa was dirigent van de Langedijkse Liederentafel. 
Zijn zus Helena Marie Denijs (Schagen, 6 oktober 1871- Amsterdam, 28 november 1914) was violiste en ontving haar opleiding eveneens aan het Amsterdams Conservatorium. Na haar huwelijk in 1897 verdween ze van de podia. 
Ook zijn broer Simon was zanger (bas-bariton). 
Thom was getrouwd met Emmy Kruijt zangeres en pianiste. 
Koningin Wilhelmina benoemde hem in 1927 tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. 
Hij overleed in Den Haag op 14 november 1935 aan de complicaties die optraden na een operatie in het Bronovo-ziekenhuis Hij werd vervolgens begraven op Nieuw Eikenduinen in Den Haag.
Op het graf werd in 1936 een beeldhouwwerk van Corinne Franzen Herslefeld onthuld, aldus het Leidsch Dagblad van 19 mei 1936.

Thom ontving zijn muzikale opleiding aan het Amsterdams Conservatorium. Hij kreeg zangles van o.a. Cornelie van Zanten en Johannes Messchaert.  Voor de Algemene Muziekleer kreeg hij les van Daniel de Lange, Bernard Zweers en Jean Baptiste Cornelis de Pauw. 
In 1899 werd zijn stem nog als onvoldoende geclassificeerd tijdens een concert waarin hij een werk van Max Bruch uitvoerde. Het volgende stuk getiteld Hier will ich träumen viel wel in goede aarde. 
Verdere studies vonden plaats in Berlijn (na een toelage van koningin Wilhelmina) en bij Jules Algier in Parijs. 
Hij was lid van het Amsterdamsch Lyrisch Toneel (1901-1903). Daar leerde hij zijn vrouw Emmy Kruijt kennen. Hij vertolkte daar de rol van Papageno en zijn aanstaande echtgenote de rol van Papagena in Die Zauberflotevan W.A. Mozart. 
Hij zong tot 1905 enkele rollen in opera's, maar legde zich daarna meer toe op oratoria Thom gaf van 1903 tot 1910 zangles aan het Rotterdams Conservatorium. Omdat zijn loopbaan in binnen- en buitenland steeds meer tijd eiste, moest hij het lesgeven stopzetten. 
Denijs trad op in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. 
In 1911 kwam hij tot rust in Berlijn, maar WO-I bracht hem naar Den Haag. 
Hij trad van 1902 tot en met 1935 minstens 174 keer op met het Concertgebouworkest. Onder leiding van Willem Mengelberg  vertolkte hij de baritonrol in de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach, maar ook de Negende Symfonie -Ode an die Freude - van Ludwig van Beethoven In 1925 gaf hij een aantal masterclasses in Bern. 

In 1926 waagde hij de overtocht naar de Verenigde Staten voor concerten met Willem Mengelberg (zie foto hieronder)

 

Mengelberg

 

Zijn stem is bewaard gebleven in een aantal plaatopnamen, waarbij hij soms door zijn vrouw wordt begeleid. Een aantal liederen kwam terecht op de Philips CD Het puik van zoete kelen

Klik op de link voor een fragment:

Messiah: But who may abide

Pijzel: Gloeiend gesmeed, met Emmy Denijs piano