Artikel

 

Frits Kruit

 

 

 

Frits Kruit, geb. 24 april 1918 te Oude-Niedorp, overleden 1 januari 1987 te La Gacilly. Gehuwd met Margaretha Mink op 28 juni 1940. Beroep: bloembinder

 

Hij was net 22 jaar toen de oorlog begon. In 1940 huwde hij met Maria Mink en zij kregen gedurende de oorlogsjaren twee kinderen. Voor zijn huwelijk volgde hij de kunstacademie in Amsterdam.

 

Samen met zijn vrouw Maria begon hij een kunsthandel in Schagen. Tijdens het verloop van de oorlog raakte hij betrokken bij de onderafdeling Schagen van de Landelijke Knok Ploeg (LKP) Zijpe-Callantsoog. Frits zocht vooral het avontuur in de operaties van de LKP. Hij nam actief deel aan diverse acties. Bij een actie is hij naar alle waarschijnlijkheid betrokken geweest bij de liquidatie van een verrader. Zoals gebruikelijk in het verzet werd gezwegen over de ware toedracht en de betrokkenen personen uit het verzet. Verder heeft Frits Kruit regelmatig onderduikers in huis gehad. Een broer van zijn vrouw is 4 jaar bij hen ondergedoken geweest om aan werkkampen in Duitsland te ontkomen. Af en toe waren er ook joodse mensen in huis en vaak kwamen er hongerige Amsterdammers langs.

 

Aan Frits veranderde na de oorlog veel. Hij was al een man van weinig woorden. Hij bleek niet in staat het verleden los te laten of hulp te zoeken. Bovendien was er in die naoorlogse periode geen nazorg of aandacht voor trauma-bestrijding.
Je stond er alleen voor en moest het zelf maar op zien te lossen. Wat hem in de oorlog overkwam zal waarschijnlijk altijd een raadsel blijven. Frits stond daarin zeker niet alleen. Veel gevallen zijn bekend van personen die na de oorlog depressief werden of het leven niet mee aankonden door de schokkende en emotionele ervaringen uit de verzetsperiode.

 

Na de oorlog kreeg het gezin Kruit nog vier kinderen. Kruit heeft wel altijd gewerkt, een paar jaar als bloembinder in een zeer bekende bloemenzaak in Rotterdam. In 1965 begon hij een eigen plantenkwekerij. Nadat hij een aantal malen getroffen was door een hartinfarct werd de zaak opgeheven. 

 

Vanaf 1975 trok hij ongeveer 10 jaar met een auto door Europa. De laatste jaren van Noorwegen naar Griekenland. Onderweg begon hij weer met tekenen en schilderen. In 1985 vestigde hij zich in Bretagne in een kunstenaarsdorp genaamd La Gacilly. Daar sleet hij zijn laatste jaren als kunstenaar. Hij overleed op nieuwjaarsdag 1987 in datzelfde dorpje.