Artikel

 

Dat Jan Sinnige in het verzet in de Noordkop een belangrijke rol had, moge blijken uit onderstaand artikel. Toch kom je zijn naam in de wijk Muggenburg niet tegen. Ten tijde van het vaststellen van de straatnamen was Jan Sinnige nog springlevend. Het stadsbestuur van Schagen had eerder besloten dat voor de naamgeving uitsluitend reeds overleden personen in aanmerking zouden komen. 

Jan Sinnige

Jan Anthonius Aloysius Sinnige
Geboren te Akersloot op 28 september 1917. Overleden op 9 juni 2003 te Oostzaan en begraven op 13 juni 2003 te Zaandam. Getrouwd in Oude Niedorp op 17 februari 1942 met Adriana Maria van der Kroon en gescheiden op 22 augustus 1951. Na de oorlog voor de tweede maal getrouwd met en gescheiden van waarschijnlijk Paula Donkers. Voor de derde maal getrouwd te Bussum op 25 september 1962 met Anna Hermana Boekel. 
Beroep: handelaar/zakenman. Verzetsnaam: Jan de Vrie


Een geboren handelaar
Zijn vader stierf in 1930 toen Jan nog maar dertien was. Na de lagere school, nog voor de oorlog begon, moest hij de kost verdienen voor zijn moeder, broers en zussen, totaal 12 personen. Hij bleek een geboren onderhandelaar die overal brood in zag en zijn waren goed wist te verkopen. Hij trok West-Friesland door met, of op zoek naar, handelswaar. In 1941 verkocht hij 10 pond koffie aan particulieren. Omdat koffie op de bon was werd dit als zwarte handel beschouwd. 

In het verzet 
Begin 1942 ging hij met zijn eerste vrouw in Schagen wonen aan de Regentenstraat 63. Vanuit Schagen reisde hij vaak met de trein naar Alkmaar. In de trein leerde hij Gerrit Sloof uit Sint-Maarten kennen en Piet Ott uit Schagerbrug. Beiden werkten in Alkmaar bij het Arbeidsbureau, dat in mei 1941 door de bezetter was opgericht. Vanaf april 1942 begonnen de Duitsers jonge mannen te werk te stellen in Duitsland. Gerrit Sloof en Piet Ott vervalsten papieren om die jongens uit de ‘Arbeitseinsatz’ te houden. Er kwamen steeds meer onderduikers.

Begin 1943 was er in Andijk een ‘Commissie van Actie’ gevormd, met als doel: hulp aan onderduikers. Initiatiefnemers waren o.a. Willem Siebesma, Gerrit Ruiter, Frans Lieuwen en Riekele Hovenga. In het voorjaar van 1943 werd Jan Sinnige gevraagd een dergelijke organisatie op te zetten in Schagen. Hij werd districtsleider van het district westelijk West-Friesland, dat omvatte Schagen, Sint-Maarten, Harenkarspel, Warmenhuizen, Langedijk, Zijpe, Anna-Paulowna, Texel en later Schoorl en Bergen. Begin 1943 vond Jan Sinnige in zijn brievenbus een brief (met instructies) aan “Jan de Vries, Schagen”. Als verzetsman adopteerde hij die naam. Via predikanten, pastoors en dokters kwam hij aan onderduikadressen. Meestal bij boeren, want die konden op het land wel wat hulp gebruiken. In zijn district vonden zo’n 1000 onderduikers een plek. Gerrit Sloof en Jan van de Ben, van het Arbeidsbureau in Alkmaar, hielpen hem aan de nodige documenten. In 1943 kwam de Landelijke Organisatie (LO), ook wel LO/KP (Knok Ploeg), voor hulp aan onderduikers, van de grond en het district sloot zich hierbij aan. Belangrijke personen in het district waren Jan Beemsterboer, Jan Tesselaar en Rein Posthuma. De districtsleiders kwamen elke week bij elkaar in de stolpboerderij van Piet Schipper aan de Zomerdijk in Spanbroek voor een vergadering met de gewestelijk leider, Cees Haeck, uit Heerhugowaard. 

Op de foto: Gerrit Sloof (3e van links), Jan Sinnige (4e van links) en Jan van der Ben (6e van links)

JanSinnigeDickvanVeenFransN

 

Intendant voedselvoorziening 
Onderduikers moesten niet alleen een onderduikplek hebben maar ook eten. Jan de Vries wist wat regelen inhield, kon in oplossingen denken en wist zo een heel netwerk op te bouwen. Overigens hield dat ‘regelen’  meer in dan ‘zomaar’ organiseren. Overvallen, dwang, bedreiging met een wapens, geweld en gesjoemel met documenten waren de noodzakelijke middelen om resultaat te boeken. 
Eind 1944 begon de Hongerwinter. Er was een nijpend tekort aan voedsel. Jan de Vries werd benoemd tot algemeen voedselofficier, met de rang van grootmajoor. Dat hield in dat hij verantwoordelijk was voor de inzameling, transport, opslag en distributie in westelijk West-Friesland. Jo de Veer uit Schagen was waarnemend voedselcommissaris voor Noord-Holland en kreeg zijn opdrachten van de bezetter. Elke zaterdag werd bij Piet Frans, een boer in Stroet, vergaderd over de te voeren strategie. Welke hoeveelheid voedsel kon Jo de Veer aan de illegale distributie afleveren en welk deel bij de moffen, zonder argwaan te wekken. Daarvoor waren stempels en officiële papieren nodig en de adressen waar je, zonder het gevaar van verraad, de producten kon opslaan en ophalen voor transport. Met die papieren werden dan bijvoorbeeld kindertehuizen of ziekenhuizen in Haarlem en Amsterdam bevoorraad. De papieren en stempels vormden de bescherming bij controle onderweg. Door bemiddeling van Jo de Veer kon zelfs een boot met 50 koeien uit Friesland gehaald worden. Jan de Vries werkte als voedselofficier geheel zelfstandig. Riekele Hovenga was voedselintendant in oostelijk West-Friesland. Sicco Mansholt, toen nog boer in de Wieringermeer, was de centrale figuur. Later, na de bevrijding, werd hij minister

terrein Mandrill

 Wapens
Het verzet kon niet zonder wapens en munitie. Die zijn noodzakelijk bij de hulp aan onderduikers, sabotage, overvallen en liquidaties. Hele wapenzendingen werden in de nacht met vliegtuigen vanuit Engeland gedropt op speciale afwerpterreinen. In West-Friesland lag dat terrein achter de eerdergenoemde Zomerdijk in Spanbroek. De codenaam van dit weiland was ‘Mandril’.Hil Schipper, bijgenaamd ‘De Kat’, was Commandant Afwerp Terreinen (CAT). Onder zijn verantwoordelijkheid werden de vliegtuigen naar de juiste afwerpplaats geleid, de gedropte wapens en munitie verzameld en verborgen. Adri C. de Graaf )*, een boer uit de Wieringermeer zorgde voor de verdeling van de wapens en munitie over de verzetsgroepen. Adri was dan ook degene die ervoor zorgde dat de verzetsgroep van Jan de Vries over een klein wapenarsenaal kon beschikken. Die wapens werden door Jan de Vries persoonlijk met paard en wagen bij de Graaf opgehaald en bij Jan Nieuwenhuis in Dirkshorn verborgen. 

 

 

 

 

 

Jan Beemsterboer met dochter Tinie

 Bevolkingsregister Warmenhuizen 
Door al zijn illegale activiteiten leefde Jan constant op onderduikadressen. In Warmenhuizen kwam hij in contact met Jan Beemsterboer (zie foto), Rein Posthuma, de dokter, Klaas Mink, de smid en Piet Berkhout. Jan, Rein en Klaas vatten het plan op om het bevolkingsregister van Warmenhuizen te stelen. Dat plan werd uitgevoerd op 13 april 1944 in de avond. De deur van het gemeentehuis werd opengebroken, geforceerd en het complete bevolkingsregister werd in grote tassen gedaan en verstopt in afwachting van betere tijden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Posthuma 1945

 

 

 

 

 Bevolkingsregister Schagerbrug Een dag of tien later werd, na een gedegen voorbereiding, een waar kunststukje vertoond. Op klaarlichte dag haalde hij, samen met Piet Berkhout, het bevolkingsregister van de Zijpe uit het gemeentehuis in Schagerbrug. Zij stopten het complete bevolkingsregister in hun fietstassen en konden ongehinderd wegfietsen. Op de foto rechts Rein Posthuma

 

 

Arrestatie en ontsnapping 
Bij dokter Piet Groenhart in de Voorpolder in Dirkshorn zat begin 1944 een Hagenaar ondergedoken. Piet Scherpenzeel, ook wel Hoogland genoemd. Er waren sterke aanwijzingen dat hij in contact stond met de Gestapo. Begin maart werd Scherpenzeel bij dokter Groenhart opgesloten en onder bewaking gesteld. Hij wist te ontsnappen. Omdat men bang was dat hij de Gestapo in Den Haag zou willen bereiken werd er op zondag 23 april gepost bij de ponten over het Noordzeekanaal. Jan de Vries en Jan Beemsterboer namen de pont in Velsen voor hun rekening. Zij werden aangehouden en naar de beruchte gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam gevoerd. Jan de Vries bracht dertien dagen in de dodencel door. Uiteindelijk werden beide Jannen naar Kamp Amersfoort getransporteerd. Jan Beemsterboer werd door bemiddeling van een Duitse zakenrelatie eerder vrijgelaten. Jan de Vries niet. Burgemeester Nolet van de gemeenten Warmenhuizen en Harenkarspel en Harry van Doorn, de latere minister van CRM, zaten daar ook. Jan de Vries vertelde Nolet dat hij medeschuldig was aan het kraken van het bevolkingsregister van Warmenhuizen. Na de bevrijding zou hij zorgen dat het weer teug kwam. Jan werd hulp in de keuken voor de SS-kampbewaarders. Hij werd betrapt op het smokkelen van etenswaar. In de strafbunker moest hij twaalf dagen tot aan zijn knieën in het water staan. Toen hij eruit kwam was hij er slecht aan toe. Op 26 september 1944 werd hij op transport gesteld naar Buchenwald. In de treinwagons zaten ramen. Jan zag kans een raam te openen en dook daar met ware doodsverachting uit. Hij belandde ergens tussen Putten en Ermelo in een bos op de grond. In Putten vond hij hulp en onderdak bij de familie de Jong. De dag daarop stond hij ‘s morgens vroeg voor de deur van zijn broer Han in Alkmaar. 

 

Sinnige 1



Na de arrestatie van Jan Sinnige en Jan Beemsterboer op 23 april 1944 werd het district verdeeld. Piet Ott werd de nieuwe districtsleider van de Zijpe en Schagen. Rein Posthuma bleef onder-districtsleider van het district Schagen/Warmenhuizen, dat ongeveer het voormalige Geestemerambacht omvatte. Na terugkomst hervatten zowel Jan Beemsterboer als Jan de Vries hun taken.


Oprichting BS
In de zomer van 1944 waren er al heel wat illegale ondergrondse bewegingen. Je had de Landelijke Organisatie/Knok Ploeg (LO/KP), de Raad van Verzet (RVV) en de Orde Dienst (OD), maar er waren er nog meer over heel Nederland verspreid. Door hun uiteenlopende politieke, godsdienstige en regionale achtergronden waren ze niet gewend of bereid om samen te werken. Na een oproep van Koningin Wilhelmina via Radio Oranje tot samenwerking, werden zondag 3 september 1944 de Binnenlandse Strijdkrachten opgericht met als hoogste leider Prins Bernhard. De Binnenlandse Strijdkrachten werden georganiseerd als een leger, oud-officieren werden van stal gehaald en dat leidde tot strakke bevelsstructuren. Jan Sinnige werd compagniecommandant, met de rang van kapitein en kreeg te maken met officieren die in het echte verzet nooit iets hadden gepresteerd en die hem nu gingen vertellen wat nodig was en wat moest gebeuren. Daar had hij het erg moeilijk mee en met hem vele verzetsmensen.


Liquidatie
Het was echter nog geen bevrijding. Er was nog genoeg verzetswerk aan de winkel. Begin januari 1945 kreeg hij de opdracht van de BS, Overste Wastenecker, om iemand te liquideren. Een zekere Mes, die voor de Gestapo zou werken. Hij maakte een afspraak met Mes bij de Langebalk in Heerhugowaard. Nam hem gevangen, want hij wilde eerst uitzoeken hoe het zat. Een medemens doodschieten doe je niet zomaar. Later stonden ze in de zuurkoolfabriek van Peter Verburg in Noord-Scharwoude met vier man klaar om hem te fusilleren, maar Jan de Vries kon het bevel niet geven. Hij stuurde hem weg. Dat gaf achteraf een hoop gedonder. Gelukkig bleek nadien dat Mes geen Gestapo-agent was geweest. Toen Jan Sinnige eind 1945 door de Leidsestraat in Amsterdam liep, werd hij op zijn schouder getikt. Het bleek diezelfde Mes te zijn, die zijn dank wilde betuigen. 

Sabotage 
In april 1945 kreeg Jan de Vries van Wastenecker opdracht om een goudtransport naar Den Helder te overmeesteren. Maar hoe houd je met alleen lichte wapens een zwaarbewapende vijandelijke kolonne tegen? Met 4 man voer Jan in een roeiboot onder de brug bij de Helderseweg. De onderzijde van het brugdek werd voorzien van landmijnen. Toen het transport kwam volgde een hevige ontploffing en een bus hing half in het kanaal. De overval liep uit op een rampzalige mislukking. In het transport werd geen gram goud gevonden en als represaille werden op 11 april 1945 tien mannen bij die brug doodgeschoten. Er staat nu een monument. 

JGM WasteneckerOneervol ontslag en eerherstel
Dat de bevelsstructuur van de BS voor veel verzetsmensen frustrerend was is een feit. Commandant in Noord-Holland was overste Wastenecker (zie foto), een gepensioneerd luitenant-kolonel van het KNIL die nog in Atjeh actief was geweest. Daar in Indië was hij kennelijk gewend geweest dat men voor hem boog, maar nu kreeg hij met mensen te maken die gewend waren hun eigen boontjes te doppen. Die benadering paste zeker niet bij de West-Friese mentaliteit. 
In december 1944 had Jan de Vries geweigerd om de wapens in te leveren die hem, als vertegenwoordiger van het verzet, waren toevertrouwd door Arie de Graaf. In de bevelsstructuur van de BS was dat onacceptabel. Overste J.G.M. Wastenecker was van oordeel dat Barbertje moest hangen en haalde, ondanks de grote verdiensten van Jan de Vries voor het verzet, ‘oude koeien uit de sloot’. Toen Jan de Vries bij het verzet begon, had hij direct opgebiecht dat hij dat hij via ene Kuil in Amsterdam fruit had geleverd aan de Wehrmacht en ook eens 10 pond koffie zwart had verkocht. Hij wilde geen verdachtmakingen achteraf. Zijn bekentenis zorgde er toen voor dat hij met een schone lei kon beginnen. Nu beschuldigde de Zuiveringscommissie hem van zwarte handel en levering aan de Duitsers. Zonder hoor en wederhoor werd hij uit zijn functie ontslagen. Zijn functie bij de voedselvoorziening bleef onaangetast.

Een aantal echte verzetsmensen, onder wie Rein Posthuma, Cees Haeck en Sicco Mansholt - toen al minister – vonden dit besluit onacceptabel en onterecht. Zij gingen aan het werk voor zijn eerherstel en schreven een brief aan Prins Bernhard, in zijn hoedanigheid als opperbevelhebber van de BS. Die brief had tot gevolg dat Jan werd uitgenodigd om bij de prins op bezoek te komen. Donderdag 21 juni 1945 reed hij naar Apeldoorn. Op paleis het Loo werd hij door Prins Bernhard persoonlijk ontvangen tijdens een lunch. Tijdens het plezierige gesprek werd hem medegedeeld dat het besluit van de zuiveringscommissie ongedaan was gemaakt. Hij kreeg zijn rang en functie terug en zou voor het front van zijn mannen in ere worden hersteld. Door ziekte van Wastenecker werd dat een papieren afhandeling. Omdat de lol voor Jan er al lang af was, diende hij in september zijn ontslag in. 

Exit Jan de Vries
Jan de Vries was niet meer. Als Jan Sinnige moest hij een nieuw leven opbouwen. Zijn huwelijk was in en door de oorlog op de klippen gelopen. Hij had geen onderkomen meer en zijn familie wilde niets meer van hem weten, want in streng katholieke kringen was scheiden een doodzonde.

mansholt

 

 

 

 

 

 

Minister Mansholt (foto) van Landbouw en Voedselvoorziening stelde hem aan als rijks-inkoper. Jan Sinnige werd één van degenen die ervoor moest zorgen dat de leeggeplunderde Nederlandse provisiekast weer werd gevuld. Als oud-voedselofficier had hij de nodige ervaring. Van zijn verzetsverleden wilde hij lange tijd niets meer weten. In het voorjaar van 1985 kwam het er toch eindelijk van. Hij ging naar de 5 mei reünie in Andijk. Na veertig jaar ontmoette hij daar, tot zijn grote vreugde, zijn oude strijdmakkers van vóór het oprichten van de BS.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

adrie de graaf

 

 

 

 

 

 

 

) *Adriaan Cornelis de Graaf (foto) was sinds 1935 akkerbouwer op het bedrijf Koggerandweg 10 in de Wieringermeer. In de Noordkop was Adri verzetsman van het eerste uur. Hij was verantwoordelijk voor het transport van gedropte wapens en munitie - via het depot in de Wieringermeer - naar de verzetsgroepen in o.a. het zuiden van onze provincie. Hij hield zich eveneens actief bezig met de voedselvoorziening aan onderduikers via speciale afdelingen van de Binnenlandse Strijdkrachten. In augustus 1944 moest hij onderduiken. Toen op 17 april 1945 Duitse militairen de dijk van de Wieringermeer opbliezen spoedde A.C. de Graaf zich van zijn onderduikadres naar zijn boerderij om zijn vrouw en kinderen in veiligheid te brengen. Bij het verlaten van de polder werd hij gearresteerd. Tijdens het transport - per fiets - naar Hoorn werd hij door een lid van de Nederlandse Landwacht bij de kruising Nieuweweg (tussen Benningbroek en Wognum) zogenaamd “op de vlucht” neergeschoten. Hij werd 42 jaar. De A.C. de Graafweg - de provinciale weg richting Niedorper Verlaat - is naar hem vernoemd. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Bronnen

- Jan Sinnige: Dat was het dan. De verzetsstrijder Jan de Vries Mei 1996. ISBN 90-6412-109-5
- Volkert J. Nobel: Jan Sinnige als Jan de Vries. Artikel in het jaarboek 1995 van het West-Fries Genootschap
- Rein Posthuma: Arts in het verzet. Uitgeverij Peter Sasburg - MIdwoud, april 2010
- Regionaal Archief Alkmaar, hier zijn de brieven te vinden die tot zijn rehabilitatie hebben geleid
Ondergronds. Plein 1945. Auteur Eric Molenaar. Gebundelde serie artikelen, gepubliceerd in de Schager Courant in de periode oktober 1984 - mei 1985. 
Andijkers in verzet. Auteur Riekele Hovenga. Eigen uitgave. Andijk 1985 
Verzet in West-Friesland'. Auteur Sjoerd Leiker e.a. Uitgeverij Pirola. 1990  



Jan Sinnige later

 

 Foto: Jan Sinnige, ca. 1995

 

 

 

 

 

 

 

Dat was het dan. De verzetsstrijder Jan de Vries
Op deze site komt binnenkort het boek van Jan Sinnige: 
Dat was het dan. De verzetsstrijder Jan de Vries 
Mei 1996. ISBN 90-6412-109-5