Artikel

Rein Posthuma

Reinder Cornelis Posthuma werd geboren in Alkmaar op 20 december 1916, hij overleed te Den Helder op 13 augustus 2011. In 1945 trouwde hij met Trijnke Mink. Hij studeerde in januari 1942 af als arts aan de Universiteit van Amsterdam. 

images

Rein trad niet toe tot de door de bezetter ingestelde Artsenkamer. Hij werd assistent van de plaatselijke huisarts in zijn geboortedorp Warmenhuizen. Ben Kalb, de latere burgemeester van Zwaag, die werkte in die tijd op de secretarie in Warmenhuizen en vertegenwoordigde het Nationaal Steun Fonds in de regio. Het Nationaal Steun Fonds werd geleid door Walraven van Hall - zie foto hieronder - en gaf steun aan o.a. zeemansvrouwen, onderduikers en verzetsmensen. Omdat Rein vanuit zijn functie veel contacten had werd hij al spoedig door Ben Kalb ingeschakeld bij de inzameling voor het NSF.

 

Portret Walraven van Hall

 

Ben was een vriend en vroegere schoolgenoot van Frits Conijn - zie foto hieronder. Frits was de regionale ontvanger van de verzamelde bijdragen en spil in het verzet rond Alkmaar.

https cdn kiosk api.telegraaf.nl c576ed82 78bc 11ea b37a 0255c322e81b

In het verzet
Rein, hoewel opgegroeid in een pacifistisch milieu, begon als geldinzamelaar voor het NSF en rolde al spoedig het verzet in en werd plaatselijk leider van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO). Warmenhuizen lag in een waterrijk gebied en bood onderdak aan veel onderduikers. Over het water kon men eenvoudig met een bootje bij eventuele razzia’s ontkomen.

Op het plaatselijke distributiekantoor werden op slinkse wijze talloze bonkaarten achterovergedrukt.

Warmenhuizen vormde een hechte dorpsgemeenschap waarin het verzet redelijk veilig kon opereren. Gezien zijn pacifistische achtergrond werd Rein niet snel aangezien als een verzetsman die meedeed met gewelddadige acties. Plaatselijk zwarthandelaren werden van tijd tot tijd onder bedreiging “leeggeschud” om aan geld en voedsel te komen voor steun aan onderduikers. De bedreigingen gingen meestal niet verder dan “bij verraad weten we je wel te vinden en dan zullen er koppen rollen”. Maar tot verraad van die kant kwam het niet.

Razzia

Toen burgemeester Nolet in het voorjaar van 1944 moest onderduiken veranderde er veel. De nieuwe burgemeester Roos bleek een fanatiek lid van de NSB. Hij ging actief op zoek naar onderduikers. Toen het verzet het bevolkingsregister van Warmenhuizen had weggehaald, leidde dat tot een grote razzia waarbij zo’n 800 Duitsers werden ingeschakeld. Rein die ondergedoken was beleefde een angstig avontuur. In de nacht werd er bij zijn onderduikadres op de deur geklopt door een paar Duitsers. Rein wist een geslaagd toneelstuk op te voeren. Hij vertelde de Duitsers dat de vrouw des huizes een acute galaanval had gekregen. Hij was er als dokter bij geroepen. De vrouw begreep zijn list onmiddellijk en lag steunend van de pijn in bed. 

Een boer en zijn 3 Joodse onderduikers werden opgepakt, allen zijn in Duitsland omgekomen. Van de 60 onderduikers werd slechts één gegrepen. De rest kon door een list bij de identiteitscontrole ontkomen. 

Fruit
Begin december 1944 werd ingebroken in het koelhuis van Gerrit Sevenhuysen in Warmenhuizen. Daar lag zeven ton fruit bestemd voor de Wehrmacht. Druiven, appels en peren. Rein haalde met Klaas Mink, Piet Berkhout en Pieter Borst het hele pakhuis leeg, laadde het fruit in pramen en sloeg het daarna op zolder van de school in Tuitjenhorn. Juffrouw van Erp, het hoofd der school, zou er goed op letten. Met Kerstmis werd het verdeeld in de ziekenhuizen van Alkmaar. In alle opzichten net op tijd, want fruit bederft snel.

Toenemend risico
In de late avonduren van 24 februari 1945 liep Eddie Arends een onderduiker die de KP zou helpen om bij een zwarthandelaar graan weg te halen, na Sperrtijd over de weg. Eddie kende de plaatselijke situatie niet, want als je niet gezien mocht worden ging je met een bootje door de achteraf slootjes. Hij liep burgemeester Roos en zijn helper Modder tegen het lijf, die hem mee wilden nemen. Eddie ging mee, maar duwde, toen hij zijn kans schoon zag, Modder tegen de burgemeester aan en koos het hazenpad. Hij gleed uit in een plas. De burgemeester die opgekrabbeld was schoot op hem en raakte hem in zijn dijbeen. Eddie wist maar Tuitjenhorn te ontkomen, dwars door sloten en weilanden. Rein Posthuma verleende eerste hulp. Gelukkig was er geen bot geraakt en de wond genas snel. 

Het verzet en de BS
Die avond waren er meer mannen op pad. Die moesten snel een goed heenkomen zoeken. Want de Duitsers zetten een zoekactie in. Jan Molenaar werd gepakt. De volgende dag kwamen Grüne Polizei en SD op bezoek in personenauto’s om Jan op te halen. Rein kreeg van de plaatselijk commandant van de pas opgerichte Binnenlandse Strijdkrachten de krankzinnige opdracht om op die auto’s te schieten en er wat handgranaten in te gooien, ook als Jan Molenaar in een auto zat. Met de moord op de bevolking van Putten in het hoofd, hebben Rein en zijn mannen die opdracht niet uitgevoerd. Uitvoering zou tot een wraakactie op de bevolking van Warmenhuizen hebben geleid. Jan Molenaar werd naar de Euterpestraat in Amsterdam gevoerd, vreselijk gemarteld, maar sloeg niet door. Tenslotte kwam hij in een concentratiekamp bij Gronau terecht. Dat werd gebombardeerd en Jan kon vluchten. Zwervend door Nederland kwam hij na de bevrijding lopend weer thuis. 
 

Burgemeester Roos
Rein werd na het gebeuren op 24 februari burgemeester Roos ontboden. Roos vertelde dat hij rare dingen had gehoord en daarvan het fijne wilde weten. Hij vroeg “Rein ben jij de baas van de ondergrondse en zat jij achter al die overvallen?” Rein antwoordde dat hij dat verhaal ook had gehoord en dat hij daarom een tijdje weg was. “Ja, ik zat inderdaad ondergedoken, want je weet maar nooit. Je bent je leven dan niet zeker. Maar meneer Roos wees gerust ik ben brandschoon. Zoiets zou ik nooit doen”. Voor alle zekerheid had Rein tijdens dat gesprek een revolver onder zijn jas en stonden leden van de KP buiten met een stengun onder hun regenjas. Gelukkig slikte de burgemeester het verhaal van Rein.

Einde van de oorlog 
Het einde van de oorlog naderde. Door de paniek bij de Duitsers was de onheilsdreiging voelbaar. Het aantal executies in de naaste omgeving nam ongekend toe. Rein besefte maar al te goed hoeveel narrow escapes hij op achter de rug had. Tot dan had hij veel geluk gehad. Maar zou dat een volgende keer nog zo gaan? Veel van zijn medestrijders deelden dat gevoel. Zij vonden de situatie te riskant worden. Zij legden het bijltje erbij neer. Van Rein waren echter te veel mensen afhankelijk. Hij moest wel doorgaan. Gelukkig hebben zich in die laatste periode geen problemen voorgedaan. Het duurde nog enige dagen voordat hij in Schoorldam de Canadezen langs de Helderseweg voorbij zag gaan.


Na de oorlog
Na de oorlog sloot Rein zich als arts aan bij het Corps Mariniers. Hij kreeg achtereenvolgend een opleiding in Schotland en Amerika. Als arts nam hij deel aan de Politionele Acties in voormalig Nederlands-Indië. Na terugkeer vestigde hij zich als huisarts in Barsingerhorn. Na zijn pensionering ging hij in Schagen wonen.

 

verzet aangepast 

 

verzetgroep aangepast

 

 

 

 

Geraadpleegd
- Rein Posthuma: Arts in het verzet. Uitgeverij Peter Sasburg - Midwoud, april 2010

- Jan van Baar, Paul Koedijk, Sjoerd Leiker, Rein Posthuma en Jakob Zwaan: Verzet in West-Friesland -. Uitgeverij Pirola te   Schoorl, 2e druk, november 1990. ISBN90 6455 112X

- Regionaal Archief Alkmaar 

- Jan Sinnige: Dat was het dan. De verzetsstrijder Jan de Vries Mei 1996. ISBN 90-6412-109-5

- Afbeeldingen: Rein Posthuma "Arts in verzet"

 

Klik op de tab Bronnen voor het boek van Rein Posthuma