Artikel


Theodore Henri Antoine d’Oultremont (tak Warfusé), zestiende heer (1791 – 1814)
Als gevolg van Franse revolutie en het bewind van Napoleon werden de heerlijke rechten in 1798 afgeschaft. De staatsregeling erkende wel een beperkt recht op schadeloosstelling. Het is bekend dat Graaf Theodore, via zijn rentmeester Pieter Westingh, een verzoek heeft ingediend. Omdat de archieven zijn zoekgeraakt weten wij niet of die ooit is uitgekeerd. Toch behield de familie nog veel bezit in de Schager en Niedorper Kogge. Grond die door koop was verkregen behoorde immers niet tot de heerlijkheidsrechten.

Maria Claire Philippine, Gravin de Hamal, zeventiende vrouwe (1814-1816)
Maria was de weduwe van Theodore d'Oultremont

Charles Ferdinand Joseph d’Oultremont (tak Duras), achttiende heer (1816 – 1852), zie afbeelding hieronder
In 1830 sprak Charles, na zijn adellijk goed in Schagen te hebben bezichtigd, “Je me reviendrai jamais” (Ik kom nooit meer terug). Hij hield woord. Hij vertrok en nam vele kostbaarheden uit het slot mee. In 1826 besloot de gemeenteraad om het slot te slopen. Dankzij de bemoeienissen van de officier van justitie en notaris Denijs zijn de twee slottorens aan de sloopwoede ontkomen.
charles ferdinand joseph do
Afbeelding hieronder: de toestand van het slot voor de sloop


AUT 9337

 

Octave Charles Louis Guillaume d’Oultremont, negentiende heer (1852 - 1898)

 

Adhémar Louis Frédéric Gislain d’Oultremont, twintigste heer (1898 - 1899), zie portret hieronder
Met de regeling van Napoleon, die later werd overgenomen in de Nederlandse wetgeving, verdwenen de heerlijk rechten.
Het recht om de titel heer of vrouwe van een heerlijkheid te voeren bleef echter bestaan. Het is niet bekend of Octave de titel gevoerd heeft. In 1899 gaat Adhémar, zoals blijkt uit het volgende, tot verkoop over.

 Adhemar dO

De titel Heer van Schagen, Burghorn, Barsingerhorn en Haringhuizen
In 1899 is de titel ten overstaan van mr. H. Boonacker, kandidaat-notaris te Schagen, door T. Koomen, mede-directeur van de Plattelandsche Bankvereniging te Barsingerhorn verkocht aan mevr. Petronella J. van Rappard-du Marchie Servaes te ’s-Gravenhage. Daarna is deze nog twee keer van eigenaar gewisseld:
- Op 24 december 1919 verschijnen Petronella J. van Rappard-de Marchie Servaes en Mej. Frederika Johanna Knufman ten kantore van notaris C.H. van Lottom te Amsterdam. Eerstgenoemde verkoopt voor 1.000,-- gulden: ‘de oude vrij heerlijke rechten van Schagen’ aan tweede genoemde.
- Op 15 mei 1920 verschijnen Mej. Frederika Johanna Knufman te Amsterdam en de heer H. Wattel te Amsterdam - namens Benjamin Frederik Dawson, koopman te Parijs - ten kantore van notaris C.H. van
Lottum te Amsterdam. Eerstgenoemde verkoopt voor 7.500,-- gulden aan tweede genoemde: ‘de oude vrije heerlijke rechten van Schagen enz’. De heer Dawson verkrijgt het recht zich ‘Heer van Schagen, Burghorn, Barsingerhorn, Colhorn en Haringhuizen’, te noemen en mag het wapen van de Heerlijkheid Schagen voeren, zie hieronder 

 

 wapen heerlijkheid schagen2