• Geheugen van Schagen, 600 jaar stads­geschiede­nis
  • His­torische Verenig­ing Schagen
Menu
  • Over ons
  • Artike­len
  • Video’s
  • Audio’s
  • Afbeeldin­gen
  • Links
  • Nieuws
  • Con­tact
  • Inzen­den
  • Toon alles
  • Voor Chr.
  • 0000 — 1000
  • 1000 — 1400
  • 1400 — 1500
  • 1500 — 1600
  • 1600 — 1700
  • 1700 — 1800
  • 1800 — 1900
  • 1900 — 2000
  • 2000 — 2100
  • Ontwik­kelin­gen
  • U bevindt zich hier:
  • Home >
  • Artike­len >
  • 1900 — 2000 >
  • De vijfde zouaaf

De vijfde zouaaf

  • Afdrukken
  • Artikel
  • Bron­nen
  • Reac­ties
  • Artikel
  • Bron­nen
  • Reac­ties

Artikel

In 1861 werd het koninkrijk Italië uit­geroepen. Rome werd gekozen als hoofd­stad, ondanks dat het lag in de Kerke­lijke Staat, het ter­ri­to­rium bestu­urd door de paus. De strijd om Rome brandde los. Drom­men Ned­er­landse katholieken trokken naar Rome om de soev­ere­initeit van de Kerke­lijke Staat te bescher­men. Zij namen dienst in een spon­taan gevormd pauselijk leger, de Zouaven.

Ook de katholieke gemeen­schap van Scha­gen leverde zouaven. Bek­end zijn deze vier:

Jacobus Keet geboren te Scha­gen op 22.11.1843 bakker
Bartholomeus Ranke geboren te Scha­gen op 07.05.1840 b bakker
Cor­nelis Johannes de Pater geboren te Scha­gen op 22.06.1841 wagen­maker
Anto­nius Post geboren te Baam­brugge op 01.03.1853 kleer­maker


Bij toe­val ont­dekte ik onlangs dat in Scha­gen een vijfde zouaaf heeft gewoond. Hij was een Edammer, maar het lijkt er sterk op dat hij het zouaven­vuur in Scha­gen heeft opgedaan. Daarom nom­i­neer ik hem — tegen de gang­bare regels — als de vijfde Schager zouaaf, buiten mededing­ing. Zijn naam: Cas­paris (Casper) Abbes. Hij werd op 26 maart 1840 geboren als zoon van keetknecht/​schoenmaker Cor­nelis Abbes en diens vrouw, Veron­ica Boes. Voor wie vertrouwd is met de geschiede­nis van Scha­gen is Boes een beladen naam. Maar deze Veron­ica Boes was niet ver­want aan de Klaas Boes die met zijn dubbele moord in 1894 heel Ned­er­land zou doen rillen van afgri­jzen. Wel had Veron­ica in Scha­gen een broer wonen, die eve­neens Klaas Boes heette en medio 19e eeuw aan de Laagz­i­jde C 77 (nu de Koeien­hemel) een brood­bakkerij had. Casper kwam op zijn 21e in de leer bij oom Klaas. Toen hij daar op 27 sep­tem­ber 1861 arriveerde trof hij de bakker­sleer­ling die hij kwam opvol­gen, wiens naam ik even achter­houd, die nog een weekje bleef om de nieuwe in te werken voor hij naar Den Helder vertrok.

inschrijvingInschri­jv­ing met ingang van 7 jan­u­ari 1869 van boulanger Casper Abbes in het zouaven­bataljon van de ‚pauselijke staten’.

Intussen werd in Italië gevochten om de Kerke­lijke Staat, waar paus Pius IX de scepter zwaaide. De fotografie was uit­gevon­den. Er cir­culeer­den wereld­wijd afbeeldin­gen van de paus, die met zijn serene uit­stral­ing elk rooms hart veroverd had. Zijn tegen­stre­vers had­den hem min­der hoog zit­ten. De paus bestu­urde onder Franse bescherming een grondge­bied groter dan Ned­er­land, dat dwars over de laars van Italië lag en noord en zuid van elkaar geschei­den hield. Italië was een lap­pen­deken van kleine her­tog– en vors­ten­dom­men; delen waren in han­den van Frankrijk en Oost­en­rijk. De stri­jders voor een verenigd Italië, kon­ing van Sar­dinië Vic­tor Emanuel II en de nation­al­is­tis­che ijz­ervreter Giuseppe Garibaldi, stak de Kerke­lijke Staat als een graat in de keel. Ook de ingezete­nen waren het wereldlijk gezag van de paus beu. Grote delen had­den al hun eigen zelf­s­tandigheid uit­geroepen, zodat van de Kerke­lijke Staat nog alleen Rome en de regio eromheen over waren. Maar ook die wer­den bedreigd. Frankrijk, dat de paus met groeiende tegen­zin de hand boven het hoofd hield, was niet meer de vanzelf­sprek­ende bondgenoot van weleer en het eigen leger van de Heilige Stoel was klein en wankel. Onder de ons­tu­imige dreig­ing van de Ital­i­aanse nation­al­is­ten en de tanende inter­esse van de Fransen, telde Pius IX de knopen van zijn soutane. De roomse wereld­kerk, die de veron­trustende ontwik­kelin­gen in Italië op de voet vol­gde, bracht red­ding. Uit vele Europese lan­den, uit Canada, de VS en Rus­land, er was zelfs een Chi­nees bij, stroom­den duizen­den jonge katholieke ama­teur­sol­daten toe, geze­gend door hun oud­ers, die met gevouwen han­den hun zonen afs­ton­den voor dit heilig doel. Eerst met tien­tallen, maar vanaf 1866 met hon­der­den tegelijk. Een inter­na­tionale armee van devote twintigers trok een cor­don op rond hun Pio Nono, in zijn gevecht tegen Satan. Zouaven wer­den zij en vooral uit Ned­er­land schoten ze te hulp, treinen vol, tussen drie– en vier­duizend in getal. Jonge, onge­huwde man­nen, ter­dege medisch getest en om een ontsto­ken kies al afgekeurd. Keurtroepen, gebrekkig geoe­fend, maar gemo­tiveerd tot in hun vezels. Ze tek­enden voor twee jaar pauselijke dienst, een deel voor nog eens twee. De vier Schager zouaven heb ik u al voorgesteld. Op 17 feb­ru­ari 1866, 22 jaar oud, ging Jaap Keet de anderen vooraf. Na hem traden ook Bart Ranke, Cees de Pater en Toon Post toe tot de pauselijke heer­schare. In jaar­gang 1993 van de Kakele­post, edi­ties 1 en 2, heeft Henk Mosk vele bladz­i­j­den gewijd aan de zouaven en aan dit vier­tal. Jaap Keet vocht mee in de slag om Men­tana, waar 5.000 Fransen en zouaven 15.000 Garibald­is­ten ver­sloe­gen. Met een pauselijke onder­schei­d­ing in zijn ransel keerde Jaap op 1 maart 1868 terug in Scha­gen, gewijd en gelauw­erd, een icoon voor de Christo­forus­parochie. Maar ook ico­nen moeten eten en dus pakte hij zijn stiel weer op achter de broodoven, eerst in Anna Paulowna en vanaf 1881 terug in Scha­gen op Molen­straat C 8 (nu het pand tussen West­e­nenk Tweewiel­ers en Kap­per Van Dorp). Bijkom­stigheid: Jaap Keet nam in 1881 het bakkersstokje in de Molen­straat over van Jacobus de Pater, een broer van mede­zouaaf Cor­nelis Johannes de Pater. Ons kende ons.

Zie voor het zouaven­ver­haal in De Kakele­post.

Casper Abbes had op 30 maart 1863 zijn oom en tante in Scha­gen dank en vaar­wel gezegd. Hij was ver­huisd naar Alk­maar, had zich daar verder bek­waamd in het bakkersvak en toen gehoor gegeven aan de nood­kreet uit Rome. Het for­mulier van zijn inschri­jv­ing in het zouaven­corps, getek­end 7 jan­u­ari 1869, ver­meldt als beroep nog altijd ‚boulanger’.

zouavenZouaven verza­meld op het Sint Pieter­splein in Rome voor de pauselijke zegen op 25 april 1870. Onder hen Casper Abbes. (Foto: Wikimedia)

Oor­logshan­delin­gen van beteke­nis maakte Casper in Italië niet mee, tot­dat Frankrijk in juli 1870 zijn troepen terugtrok omdat het in oor­log was ger­aakt met Oost­en­rijk. Nu lag de weg open voor Vic­tor Emanuel om Rome in te nemen. Hij had een leger van 50.000 man­schap­pen onder zijn bevel. Casper en zijn kor­nu­iten berei­d­den zich voor op een ongelijke strijd. Maar de Ital­i­aanse over­ma­cht was zo groot, dat Pius IX om verder bloed­vergi­eten te voorkomen op 20 sep­tem­ber 1870 de witte vlag hees. De circa 3.000 zouaven wer­den gevan­gen genomen en na een week op de trein naar huis gezet. Twee maan­den later keerde Casper Abbes, na een tussen­stop in Edam, naar Scha­gen terug. Weer kon hij in de kost bij ome Klaas Boes, tot hij op 26 feb­ru­ari 1875 trouwde met Aagje Kroone en met haar ging wonen op Nieuw­straat C 109.

Sta­tis­tisch niet in ver­houd­ing is dat van de vijf Schager zouaven er drie bakker waren. Daar is echter een verk­lar­ing voor, want er is een relatie tussen de drie. Jaap Keet was tot 4 okto­ber 1861 inwo­nend bakker­sleer­ling bij.…. Klaas Boes. Jaap werkte Casper Abbes in, ze sliepen een week samen op zolder. Na een twee­jarig verblijf in Den Helder ging Jaap in 1863 aan de slag bij zijn broer Jan Keet, ook al een Schager bakker. Jaap ver­huisde een jaar later naar Alk­maar. En wie nam zijn plek in? Zijn achterneef Bart Ranke, die twee jaar bij Jan Keet in huis zou bli­jven en aanslui­tend naar Italië vertrok. Allen wis­ten hoe de Vat­i­caanse vlag erbij hing, want van de strijd om de Kerke­lijke Staat ston­den de kran­ten bol. Ook de Schager Courant had een omvan­grijke buiten­lan­drubriek. Het kan niet anders dan dat in huize Boes en huize Keet de posi­tie van de paus een vast onder­w­erp van gesprek was. Het stond er slecht voor. Daar moest iets aan gedaan. Toen in 1866 de zouaven­werv­ing grootschalig op gang kwam en pas­toor Van Lith een beroep deed op de jonge­man­nen in zijn Christo­forus­parochie, stond de kof­fer van Jaap Keet al gepakt. Ranke en Abbes kenden hem en vol­gden in zijn voet­sporen. Miss­chien had­den juist deze bakkers, gewend aan de hitte van hun ovens, geen bedenkin­gen tegen het mediter­rane kli­maat. Wellicht zochten zij, zo jong al in een beroep waarin ze het daglicht amper zagen, het avon­tuur in een ver en zon­nig land. Maar boven hun aardse bewee­gre­de­nen uit torende hun devotie. Zo gelovig waren zij, dat ze hun leven ervoor over had­den. Ze waren zowel de kruis­vaarders als de jihadis­ten van hun tijd en wer­den er in de hele roomse gemeen­schap om bewon­derd. Lang nadat Rome op 27 sep­tem­ber 1870 was gevallen, liepen in heel Ned­er­land oud-​zouaven als helden mee in pro­cessies. Vijf van hen deden dat in de kerk aan de Molen­straat. De bek­end­ste, Jaap Keet, bleef in al zijn beschei­den­heid een gevierd man tot op hoge leeftijd, want hij werd 86. Casper Abbes was dat geluk niet beschoren. Hij stierf op 27 april 1879 in Scha­gen, 39 jaren jong.

jaap keetJaap Keet, al op hoge leeftijd, in jass­chort voor de deur van zijn bakker­szaak in de Molen­straat
(nu West­e­nenk Tweewielers).

krant

Een curieus detail in dit zouaven­ver­haal wil ik u niet onthouden. Een broer van Jaap Keet, Simon Keet, had aan de Hoogz­i­jde een kled­ingzaak. Ook Simon was een toegewijd katholiek. Garibaldi zal hij hebben ver­foeid, want die vor­mde al sinds 1859 een toen­e­mend gevaar voor de paus. Dat weer­hield Simon Keet er merk­waardig genoeg niet van om, als onderdeel van zijn kledin­gas­sor­ti­ment, te advert­eren met Garibaldi hoe­den. In 1863 werd hem dat ken­nelijk toch te zot en gooide hij zijn restantvoor­raad in de aanbieding.

NB. Ook de Medem­b­likker Reinerus Wille­bror­dus Vlam­ing, geboren 7 novem­ber 1847, droeg het zouave­nuni­form. Hij was geen Schager en zou dat ook niet wor­den. Ver­meldenswaard is hij, omdat hij een broer was van de Schager aan­nemer Cor­nelis Nico­laas Vlam­ing, vader van de wel­bek­ende archi­tect. Zo kon­den ook de in de Christo­forus­parochie vooraanstaande Vlam­ings bogen op een zouaaf in de fam­i­lie. Een zouaaf met toch nog een Schager tin­tje, omdat Reinerus na zijn terug­keer uit Rome trouwde met de Scha­gense Tri­jn­tje Polder.

Bronnen

BRON­NEN:

  1. ‚Voor paus en kon­ing’. Uit­gave Ned­er­lands Zouavenmuseum
  2. ‚De vuist van de paus’. Wim Zaal
  3. De Kakele­post
  4. Web­site http://​www​.zouaven​mu​seum​.nl/
  5. Web­site http://​zoekak​ten​.nl/
  6. Web­site https://​www​.wiewaswie​.nl/
  7. Erik Visser

Reacties

Spon­soren:

Gorter Luiken
Westhuis
Veko
Klitsie parket
Havana
Gorter Holding
BDO
Jan Rozing Mannenmode
Zwaan & Schouten
Rotary
Heeren van Scaghen
GEO architecten
Emogy Marketing- en reclamebureau
Gemeente schagen
Het Zijper Notariskantoor
CineMagnus Bioscoop Schagen
Bejo zaden
Burghorn
Rabobank Kop van Noord-Holland
Joomla Mod­ules Joomla Tem­plates
  • Emogy-site
©2023 Het Geheugen van Scha­gen | design www​.emogy​.nl