Artikel
Tolkerdijk bij Schagen
Waterkering van de Witsmeer
Bronnen
- West-Friesland toen en nu
Uitgeverij Waanders - Archief website Westfries Genootschap, onderdeel West-Friesland toen en nu
Reacties
Artikel
Hoewel epidemische uitbraken van ziekten als cholera en tyfus na 1855 in Schagen niet meer voorkwamen, was het hier met de hygiëne, naar hedendaagse maatstaven, tot 1923 nog middeleeuws gesteld. Als regenwater schaars was deed men de vaat en de was in water uit sloten 'waarop legio privaten uitkomen en de uitwerpselen in ronddrijven'. De staat van deze sloten werd veelal verwaarloosd. Sommige waren met open water verbonden, andere niet. Uit deze stilstaande poelen steeg, vooral in warme maanden, een stank op die maar moelijk viel te negeren. Tussen en achter de huizen lagen vuilnishopen en mestvaalten. Een ingezonden brief in de Schager Courant van 27 mei 1886 hekelt 'hoe op vele plaatsen (adres de sloot achter de schoolstraat, de zoogenaamde sloot tusschen de R.K. kerk en de R.K. school, de sloot aan het einde der laan, als men van de spoor afkomt, en vooral de achtersloten van de nieuwstraat) privaten en rioolen uitloopen, zonder, ik zeg niet genoegzame, maar zelfs voor het oog fatsoenlijk bedekking, afsluiting of hoe men het noemen wil. Wat moet daarvan de vrucht zijn, als wij eens a.s. zomer een hitte krijgen als waarvan wij l.l. een voorproefje gehad hebben?'
Niet dat de gemeente op zijn handen zat. In 1884 was een commissie ingesteld die moest rapporteren over de toestand van de sloten. In het rapport stond een waslijst van verbeterpunten, waaruit onder meer is af te leiden dat Schagen toen al een tonnenstelsel had. Daarop benoemden b. en w. een gezondheidscommissie, die had toe te zien op de reinheid van sloten, straten en erven.
Langzaam maar zeker sorteerden voorlichting en toezicht effect. De privaten boven sloot verhuisden zoetjesaan naar poepdozen in of tegen de woning, het tonnenstelsel won terrein.
Wie de vijftiger jaren heeft meegemaakt herinnert zich de laatste tonnenwagen nog. Een als huifkar opgetuigde vrachtauto, waarmee de ambtenaren der openbare werken huis aan huis de burger van zijn volle ton verlosten. De lege namen zij mee het huis in. De volle tilden zij uit de poepdoos en op de schouder, droegen hem naar buiten tot voor de woning, waar een op de wagen gezeten collega hem bij de andere tonnen onder de huif zette. Deze collega heette Klaas Bruin; nomen est omen. Hij werd in de volksmond Klaas Poeptaai genoemd.
De tonnen gingen naar de gemeentelijke vuilnisbelt aan de Hale, waar zij werden geledigd. Stoute jongetjes werden door hun ouders gemaand hun leven te beteren, anders moesten ze voor straf met Klaas Poeptaai 'drollen sorteren op de belt'. De bewoners van de in 1920 nieuw opgeleverde Magnusbuurt waren de eersten die in Schagen de ton konden verruilen voor het watercloset met spoelbak. Pas tegen 1960 maakte de tonnenwagen zijn laatste rit door Schagen
Bronnen
BRONNEN:
- Schager Courant
Reacties
Artikel
De eerste spoorlijn in ons land was die tussen Amsterdam en Haarlem in 1839. Die werd doorgetrokken, via Leiden en Den Haag, naar Rotterdam (klaar in 1847). De lijn Amsterdam-Utrecht-Arnhem was in 1845 in gebruik genomen. Alle waren particuliere initiatieven. De rijksoverheid vond aanvankelijk dat Nederland, met zijn zeer goede waterwegennet, geen spoorwegen nodig had. Maar in 1860 kwam er een wet die de staat het aanleggen van spoorwegen opdroeg.
Den Helder was door de aanleg van het Noord-Hollands kanaal in 1824 de voornaamste aanvoerhaven van Amsterdam geworden. Omdat het kanaal niet berekend was op de steeds groter wordende stoomschepen, moest er een spoorverbinding Den Helder-Amsterdam komen. Aanvankelijk zou deze langs de duinen worden gelegd, maar Schagen, Zijpe en Anna Paulowna maakten bezwaar. Men kon de marktplaats Schagen en de belangrijke agrarische gebieden eromheen toch niet links laten liggen! De bezwaarmakers kregen hun zin. De onteigeningen en aanbestedingen van 'Staatslijn K' werden in 1862 ter hand genomen en zouden met de aanleg erbij bijna vier jaar in beslag nemen. Nogmaals maakte Schagen bezwaar toen het in de plannen werd afgescheept met een station 5e klasse. Er kwam bijval van Gedeputeerde Staten, die onderschreven dat Schagen een centrale handelsplaats was, met verkeer 'oneindig veel drukker dan in eenig dorp benoorden Alkmaar'. Maar de Staatsspoorwegen waren niet te vermurwen. Ook de Schager gemeenteraad was er kennelijk niet ten volle van overtuigd dat het spoorstation veel reizigers zou trekken. Een voorstel van de burgemeester om door het grasland tussen de Laan en het stationsgebouw een straat aan te leggen werd door de raad verworpen omdat 'het daarstellen van een straatweg door het land vooralsnog onnodig was'.
Op 18 december 1865 werd de spoorweg Nieuwediep-Alkmaar feestelijk geopend. De Schager Courant riep op tot enthousiasme: 'Wij wenschen dat onze plaatsgenooten zoo door het uitsteken van vlaggen als andersints hunne belangstelling in deze, zullen doen blijken'. Tussen Den Helder en Alkmaar waren haltes in Koegras, Anna Paulowna, Schagen, Noord-Scharwoude, Heerhugowaard en Sint Pancras. Later kwamen daar nog tussenstops bij in Oudesluis, Breezand, Schagerwaard en Zijdewind. Alle haltes die we nu niet meer kennen werden gesloten tussen 1930 en 1950.
Als voorspeld had Den Haag zich inderdaad vergist in de toeloop op station Schagen. Al in 1866 werd een lage aanbouw toegevoegd, in 1907 gevolgd door een lange vleugel aan de noordzijde.
In 1928 werd daar een grote goederenloods met laadplatforms tegenaan gebouwd, vanwaar de transportwagens van Van Gend en Loos de treinvracht overnamen en distribueerden. In 1967 werd het klassieke stationsgebouw van Schagen, met zijn nostalgische sfeer, restauratielokaal en overdekte fietsenstalling, tot veler verdriet en ergernis door de Nederlandse Spoorwegen vervangen met wat al snel bekend kwam te staan als 'de glazen schoenendoos'.
Bronnen
BRONNEN:
- website Stationsweb
- Schager Courant
Reacties
Artikel
Wie op Schagen aankomt ziet sindsdien weer van verre de twee kerktorens: de meest versierde van de Nederlands Hervormde Kerk aan de Markt en de soberder, spitse toren van de Rooms Katholieke Christoforuskerk.
In de 16de eeuw komt de Reformatie over Nederland, een godsdienstige beweging die zich voornamelijk richt tegen de misstanden en de corruptie in de katholieke Kerk. Leiders als Luther en Calvijn willen de kerk van binnenuit hervormen. Hun volgelingen worden op last van de paus tot ketters verklaard en op de brandstapel gezet. De beweging van de protestantse hervorming wordt in West-Friesland onder andere geleid door Willem Wiggerz. uit Barsingerhorn. Hij wordt in 1534 in Slot Schagen opgesloten en na acht dagen op het voorplein 'met het sweert gerecht en onthoofd'. Maar het verzet tegen de leer van Rome groeit en leidt er uiteindelijk toe dat katholieke erediensten verboden en priesters vervolgd worden. Alle roomse kerken komen in 1572 op last van de Staten Generaal in handen van de Gereformeerden, ook de Christoforuskerk op de Markt in Schagen, die wordt omgedoopt tot Nederduitsch Hervormde kerk. Diederic van Sonoy, door Willem van Oranje aangesteld om de orde te herstellen, bezet Slot Schagen waar onder zijn schrikbewind martelingen en een executie plaatsvinden.
Na het verlies van hun kerk houden de Schager katholieken verscholen vieringen in woningen aan de Loet, de Lagezijde en de Hogezijde (nu Gedempte Gracht) en een schuur aan het Lage Noord. Daar speelt zich in 1638 een hachelijk tafereel af als de geestelijke, pater Tiras, tijdens een nachtviering maar net aan gevangenneming door protestanten kan ontsnappen. Ook aan een aanval door zes gewapende mannen weet hij een dag later te ontkomen. De schuilkerk op het Lage Noord doet dienst tot 1710. Dan bouwen de Schager katholieken zich een echt kerkje aan het begin van de Molenstraat.
In 1850, als zich na drie eeuwen geloofsstrijd in Nederland eindelijk godsdienstvrijheid begint af te tekenen, dient pastoor Heuvels bij zijn bisschop plannen in voor een nieuwe parochiekerk in Schagen. Maar meneer pastoor krijgt in eerste instantie geen toestemming. Het bisdom adviseert hem het oude kerkje aan te passen aan de groeiende behoeften. De kerk wordt vergroot en voorzien van een torentje. Achter de kerk mag een begraafplaats worden aangelegd.
In 1861 wordt een pastorie gebouwd, maar de goedkeuring voor een nieuwe parochiekerk laat nog bijna 30 jaar op zich wachten. De bouw begint in 1881; op zondag 21 oktober 1883 wordt de kerk opengesteld. Zo heeft Schagen dan zijn twee (waarvan één ex-) grote Christoforuskerken, al is het niet voor lang. In 1895 wordt die op de Markt door brand verwoest. De herbouw wordt vrijwel meteen ter hand genomen en voltooid in 1897.