Artikel
De Keins ligt even ten noorden van Schagen, tegen de Westfriese Omringdijk aan. De Keins is ontstaan als terp, aangelegd lang voor de totstandkoming van de dijk in de 13e eeuw. De naam is mogelijk afgeleid van het woord ‚keen’, dat barst of geul betekent. Verondersteld wordt dat er ooit een (veen)rivier ten noorden van Schagen uitmondde in zee. Deze rivier is bekend als de ‚Kinloson’ en in die naam zien we de woorden keen en Keins terug.
Op de Keins staat een kapel met een sterke aantrekkingskracht voor katholieke gelovigen. Dit omdat sinds 1509 een cultus bestaat rond een daar aangespoeld, houten Mariabeeld. Het beeld werd aanvankelijk in een woning op de Keins ondergebracht, maar trok van heinde en verre zoveel belangstellenden (en inkomsten), dat men er al gauw een kapel voor bouwde. Naast de kapel kwam een priesterwoning, die tevens dienst deed als schooltje ‚tot gherieff vande buyren opte Keyns’. Meermalen zouden aan bezoekers van de kapel wonderbaarlijke genezingen zijn geschied, in de taal van destijds ‚verscheyde miraculen’. Vanuit de parochiekerk in Schagen trok jaarlijks een processie naar de Keins. Van de cultus maakte ook een put deel uit, waarvan het water gold als geneeskrachtig voor mens en vee. De kapel werd in 1586 vernield, mogelijk als nabrander van de Beeldenstorm, en het Mariabeeld verdween. Maar de waterput behield zijn aantrekkingskracht voor bedevaartgangers.
In 1924 wist de katholieke parochie van Schagen de grond onder de voormalige kapel aan te kopen en werden de bedevaarten hervat. Het Mariajaar 1954 vormde de aanleiding voor een plan tot herbouw van de kapel.
Het nieuwe kapelletje werd twee jaar later ingewijd en vormt in al zijn eenvoud tot op de huidige dag een plaats van kleinschalige Mariaverering.Het is 1994 als de Friese historicus en wichelroedeloper Wigbolt Vleer de Keins nog eens groot in het nieuws brengt. Erheen getrokken na een visioen merkt hij al op de Afsluitdijk dat zijn wichelroede zich hevig roert. Bij de kapel aangekomen worden wichelroede en Wigbolt direct naar de waterput getrokken. Nader onderzoek wijst uit dat de Keins ligt op de Michaëlslijn. Deze zogenaamde leylijn loopt van Santiago de Compostela, via Carnac en Le Mont Saint Michel, naar Hargen en de Keins en verder naar Oosterland op Wieringen, Harlingen en Wijnaldum, Sylt en Stockholm om vervolgens 4000 km van zijn beginpunt te eindigen in Archangelsk. Deze leylijn nu loopt diagonaal over de waterput.
Op leylijnen ervaart men volgens heldervoelenden de positieve kracht en kalmerende werking van aardstralen. En wie ooit de kapel heeft bezocht, zal erkennen er een weldadige rust te hebben gevonden. In totaal werden vanuit de put 132 leylijnen aangetroffen. Hiermee is de waterput op de Keins het sterkste leycentrum van Nederland.
Artikel
Jan van Scorel wordt op 1 augustus 1495 in Schoorl geboren, als onwettige zoon van pastoor Andries Ouckeijn en Diewer Aernsdochter. Na zijn studie aan de Latijnse school in Alkmaar vertrekt hij naar Haarlem om er het schildersvak te leren. Vanaf 1512 is hij een aantal jaren assistent van de bekende schilder Jacob Cornelisz van Oostsanen in diens werkplaats in Amsterdam.
Na zijn leerperiode in Haarlem en Amsterdam verblijft hij een tijd in Duitsland en Oostenrijk, waarna hij zich in Italië vestigt. Hij woont enige tijd in Rome waar hij door de Nederlands paus Adriaan VI tot conservator benoemd wordt van de pauselijke kunstverzameling. Hij maakt in Italië kennis met de renaissancestijl die met zijn terugkeer in Nederland ook hier veel navolging krijgt. In 1528 wordt hij kanunnik van de kerk Sint Marie in Utrecht. Hij leeft samen met Agatha van Schoonhoven, het paar krijgt vier kinderen.
Van Scorel is een erudiet man, een alleskunner, die naar da Vinci wel ‚de Leonardo van het Noorden’ wordt genoemd. Niet alleen houdt hij zich bezig met de kunst (behalve schilder is hij ook dichter en schrijver), maar ook op het gebied van techniek en waterbouw is hij zeer bekwaam. Hij heeft een aantal uitvindingen op zijn naam staan, zoals die van de baggermolen. Op latere leeftijd raakt hij betrokken bij enkele waterbouwkundige werken. In zijn schilderwerk legt van Scorel zich aanvankelijk toe op het schilderen van altaarstukken, wat in die tijd een populair genre is. Het Frangipani-drieluik ‚De Heilige Maagschap’, dat hij tijdens zijn bezoek aan Oostenrijk schildert voor de Pfarrkirche te Obervellach, is een van zijn eerste. Er zullen er daarna nog veel volgen, onder andere voor de Oude Kerk in Amsterdam en de Nieuwe Kerk in Delft. Naderhand schildert Van Scorel vooral bijbelse taferelen en portretten, waaronder de beroemde serie van Madonna’s. Tot zijn bekendste schilderijen behoort ‚De intocht van Christus in Jeruzalem’, de serie Madonna’s en het portret van Agatha van Schoonhoven. Van zijn leerlingen zijn met name Anthonis Mor en Maarten van Heemskerck bekend geworden.
Rond 1550 ontwerpt hij Nova Roma, een groot droog te maken waddengebied tussen Texel, Wieringen en Petten. Karel V vindt dat plan te ambitieus en geeft op 31 maart 1552 alleen octrooi voor het bedijken van de Zijpe. Als dat bij de viere poging in 1597 definitief is gelukt wordt er in Schagen een zucht van verlichting geslaakt. Eindelijk wordt Schagen niet langer bedreigd door het aanstormende water uit het Zijper Gat. Met recht verdient Jan van Scorel de eretitel „Beschermheer van Schagen”.
https://www.geheugenvanschagen.nl/videos.html?catid=1500&id=66:pieter-jansz-van-schagen_en_new_york&start=32#sigProId60009a52c0
In 1995 is bij uitgeverij Conserve de biografische roman ‚Jan van Scorel; Een leven in schetsen’ verschenen van auteur Hanny Alders. Dit boek geeft een prachtig overzicht over leven en werken van Van Scorel.