Artikel
Piet Blokker
Piet Blokker, geb.10 januari 1916 te Akersloot, overleden 03 september 1976 te gemeente Haarlemmermeer.
Gehuwd met Alie Biersteker op 3 maart 1944.
Beroep: fouragehandelaar. Schuilnaam: Gerritse
Een van de kernleden van de verzetsorganisatie in Zijpe en Schagen was zeker Piet Blokker. Een onverschrokken en soms bijna roekeloze verzetsman. Piet Blokkers wieg stond op 10 januari 1916 in Akersloot, waar zijn vader een boerderij en veehandel had. Toen hij 9 jaar was verhuisde het gezin naar Keinsmerbrug waar hij op 16-jarige leeftijd op de dors van de boerderij een fouragehandel begon. Later verplaatste hij de handel naar de oude kaasfabriek waar hij na zijn huwelijk ging wonen.
Piet Blokker was al vroeg bij het verzet betrokken. Al voor 1942 is hij begonnen met het onderbrengen van onderduikers. Daarnaast zorgde hij voor onderduikadressen, bonkaarten en was hij betrokken bij het vervoer van wapens. Piet Blokker vormde samen met Piet Gootjes en districtsleider Piet Ott de kern van de organisatie in Zijpe en Schagen. Hij werkte aan het verzet mee uit principe. De Duitsers hoorden hier niet en moesten worden bestreden. Tevens was hij als persoon erg gesloten, want als je in die tijd niets wist, kon je de Duitsers ook niets zeggen.
Piet Blokker had in die tijd een zogenaamde "groene kaart" waarop stond dat hij vanwege de fouragehandel onmisbaar was voor de voedselvoorziening. Een nogal dubbelzinnige toestemming want hij regelde ook illegale voedselvoorraden voor onderduikers. De kaart, waarmee Blokker tewerkstelling in Duitsland kon ontlopen, was voorzien van een vervalste handtekening van de toenmalige NSB-burgemeester J. Nieuwenhuis. Handtekeningen vervalsen was het specialisme van zijn collega in het verzet, C. Keesman, die talloze valse trouwboekjes, persoonsbewijzen en andere papieren heeft vervaardigd.
Wapens, die door de Engelsen waren afgeworpen boven terrein "Mandrill" aan de Zomerdijk bij Spanbroek werden door Piet in zijn auto gehaald en in Zijpe op verschillende adressen bezorgd. Onder het hooi en stro van de fouragehandel lagen stenguns, pistolen, revolvers en ook bazooka's. Na aflevering werden deze wapens door onder meer de gebroeders Luider uit Den Helder verder getransporteerd naar de instructieplaatsen. Dit gebeurde onder meer op een handkar met kachelpijpen, kachels en aanverwante spullen zodat het leek alsof ze kachelsmid waren.
Piet Blokker was in de winter van '44-'45 ook betrokken bij de overval op het gemeentehuis van Anna Paulowna om het bevolkingsregister met voor deportatie naar Duitsland belangrijke gegevens in handen te krijgen. Uit overlevering is daarvan het navolgende verhaal opgetekend:
"Het was tegen achten. We waren met zeven, acht man. Het gemeentehuis was vlak bij een kerk, waar een Duitse wacht op de omloop van de toren liep. Daarom gingen we achterlangs. Piet ging de sleutel halen bij de gemeentesecretaris, die vlakbij woonde. Later hoorden we, dat de secretaris zei dat hij de sleutel niet had. Hij smeet de deur dicht. Piet vertrouwde het niet, trapte de deur open en eiste de sleutel. Toen bleek de secretaris hem wel te hebben. In het gemeentehuis hebben we een paar mensen op hongertocht, die onderdak zochten en op het geluid afkwamen, moeten vasthouden om geen risico te lopen. Het bevolkingsregister namen we mee in postzakken. Op de terugweg moesten we plotseling van de weg af omdat er een auto aan kwam. Het was in spertijd, dus dat kon alleen een Duitser zijn. We glipten weg achter een boerderij en anderen stonden tot hun nek in de sloot. De registerkaarten werden onder de varkenshokken van enkele boeren verstopt en kwamen na de oorlog vrijwel ongeschonden weer tevoorschijn."
Als Piet ergens op af ging, zette hij een bril zonder glazen op, trok een hoed diep over zijn ogen en daar ging hij. Dit moest hij doen omdat iedereen hem kende en hij bij acties gemakkelijk herkend kon worden. Piet was een moedig verzetsman. Hij bleef bij de ondergrondse betrokken tot het eind van de oorlog. Na de bevrijding sprak hij er nauwelijks meer over. Hij ging gewoon weer aan het werk, het was druk genoeg.
Bronnen
Reacties
Artikel
Jan Daniël Boeke (Schagen, 19 januari 1921 – Amsterdam, 25 februari 1993) was organist, koorleider en muziekpedagoog.
Als kerkmusicus speelde Boeke een voorname rol in de vernieuwingsbeweging rond de eredienst, liturgie en kerkzang binnen de protestantse kerken. Ook speelde hij net als Gustav Leonhardt en Frans Brüggen een rol bij de promotie van Oude Muziek uit de renaissance en de barok in Nederland.
Gebruik de link onder 'Bronnen" voor uitgebreide informatie.
Bronnen
Reacties
Artikel
Inleiding
Wanneer je vanuit Schagen rechtsaf slaat op de rotonde Westerweg/N248 rijd je in de richting Kolhorn. Aan je rechterhand ligt het Kanaal Schagen-Kolhorn. Aan je linker hand zie je, nog voor de spoorwegbrug, een T-vormig stenen gebouw liggen. Zo midden in het weiland oogt het wat verloren. Een vervallen, oude boerenschuur, die wegens zijn slechte conditie waarschijnlijk in ongebruik is geraakt.
Drone-opname: gemaakt door en met dank aan Wes Ley
Een verborgen historie
Het gebouw heeft ons echter veel te vertellen. Het lijkt inderdaad op een boerenschuur of gezien de kruisvorm (uit de lucht gezien) op een kerkje. Dat uiterlijk had een duidelijke reden. Het gebouw moest opgaan in de landelijke omgeving, want het had in WO II een bijzondere en gevaarlijke functie. Het bouwwerk werd in opdracht van de bezetter gebouwd en werd gebruikt als peilstation om de vele overvliegende geallieerde vliegtuigen en bommenwerpers, op weg naar een doel in Duitsland, met formaties van snelle Jäger (jachtvliegtuigen) te onderscheppen en neer te schieten. Het was een zogenaamde Jägerleitstellung. De manschappen in dit peilstation leidden de onderscheppingsjagers naar hun prooi. Het gebouw droeg de fraaie naam Schneeglöckchen. Dat de vermomming als kerkje of boerenschuur doeltreffend was blijkt uit de feiten. De aanwezigheid van dit peilstation is tijdens de oorlog geheim gebleven. Het bouwwerk heeft de oorlog ongeschonden doorstaan omdat het door de geallieerden nooit is ontdekt. Ook na de oorlog bleek de geschiedenis onbekend. in de inventarisatie van oorlogsmonumenten van 1992 worden de transformatorbunker bij de huidige bioscoop van Schagen en de inmiddels gesloopte kleine bunker bij De Wiel genoemd, echter het Schneeglöckchen blijft onvermeld. Blijkbaar is het bestaan van het peilstation ook voor de omwonenden verborgen gebleven of vergeten. Echter de vele gedenktekens van neergeschoten vliegtuigen en de namen van de omgekomen en soms geredde bemanningsleden, die je overal in de Noordkop vindt, bewijzen hoe luguber die geschiedenis was.
Hieronder gedenkteken aan de Kanaalweg (bij nummer 5) in Nieuwe Niedorp, ontwerp Rutger Jan Bredewold
Schneeglöckchen bij Schagen
De manschappen in het Sneeuwklokje hadden peiltorens nodig om te kunnen peilen en communiceren. Die torens moeten in de buurt van het gebouw hebben gestaan. Echter alles wijst erop dat niemand in omgeving ervan leek te weten. Dat werd mede veroorzaakt omdat het gebouw geïsoleerd in het landelijk gebied stond en het terrein rond het gebouw was gebarricadeerd met versperringen. Dat waren vijf meter hoge palen die met staalkabels onderling verbonden waren om te voorkomen dat er vijandelijke vliegtuigen zouden landen. Naar de beroemde Duitse generaal Rommel werden die versperringen Rommel-asperges genoemd. Rommel was in de laatste oorlogsjaren verantwoordelijk voor de zogeheten Atlantikwall een verdedigingswerk dat zich langs de gehele Europees-Atlantische kust uitstrekte.
Meerdere peilstations in Nederland
Schneeglöckchen was niet het enige peilstation in Nederland. De Stichting Bodemkartering in Wageningen meldt er meerdere.
De benaming van de peilstations was zo gekozen dat deze begon met eerste letter van de dichtstbijzijnde plaats.
Löwenzahn (paardenbloem) bij Leeuwarden
Schneeglöckchen (sneeuwklokje) bij Schagen
Brennnessel (brandnetel) bij Breda
Teerose (theeroos) bij Terlet (in de buurt van Arnhem).
De foto hieronder toont de peiltoren bij Terlet
Hoe werkte zo'n peilstation?
De operaties van de Luftwaffe werden centraal geleid vanuit de Zentralgefechtsstand Diogenes. Deze centrale had als operatiegebied Nederland en het Ruhrgebied. Om deze taak naar behoren uit te kunnen voeren beschikte men over meervoudige directe radioverbindingen met alle vliegvelden, peilposten, radarposten en belangrijke commandoposten. In het geval dat een verbinding uitviel had men een back-up via het telefoonnet. Binnen enkele seconden kreeg men een nieuwe verbinding. Door de meervoudige verbindingen konden de officieren van de gevechtsleiding rechtstreeks met de jachtformaties communiceren en de piloten tot in detail tijdig informeren.
Het zogeheten Y-peilsysteem was een voor die tijd zeer moderne methode van positiebepaling. Enerzijds kon men hiermee de positie van de formatie jagers bepalen en anderzijds was men in staat de jagers snel naar de geallieerde vliegtuigen te geleiden. Hiertoe zond het grondstation gelijktijdig 2 signalen uit met elk een eigen frequentie. Die signalen werden door een van de jagers uit de formatie ontvangen en direct weer retour gezonden. In de peiltoren draaide de operator de peilantenne zodanig dat hij in zijn koptelefoon een maximale ontvangst van het signaal had. De richting van de antenne werd aangegeven op een kaart. Door zijn assistent werden alle meetgegevens doorgegeven aan de Auswertung, een soort rekencentrum. Daar werden de gegevens uitgewerkt en gecombineerd met de resultaten van de afstandsmeting. Door de gemeten tijd tussen uitzending en ontvangst van de signalen te vermenigvuldigen met de lichtsnelheid - radiogolven verplaatsen zich met de snelheid van het licht - en de uitkomst door twee te delen, wist men de positie van de jagers. Omdat er gelijktijdig een signaal met een lage en met een hoge frequentie werd verzonden, kon men gewoonlijk de positie bepalen met een nauwkeurigheid van plus of min 30 km op een schaal van 300 km.
Schneeglöckchen, een vergeten oorlogsmonument dat een betere toekomst verdient!
Het is jammer dat dit bijzondere gebouw zo staat te verpieteren. Een stuk geschiedenis dreigt daarmee in de vergetelheid te raken. In feite is het een oorlogsmonument.
Met een goede toegang en wat parkeerruimte zou het gebouw na een gedegen restauratie een prachtige bestemming - als bijvoorbeeld oorlogsmuseum - kunnen krijgen.
Hieronder "Sneeuwklokje" een schilderij van Xander Poelman
Bronnen
Historische Vereniging Schagen e.o.
Historische Vereniging De ZIjpe
Kees Otter (2013)
Stichting Bodemkartering Wageningen
Interessante info via deze link: https://airbornearnhem.nl/WillemTiemens/radiopeilstations.htm
Artikel in NHD: https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20180921_78694465?utm_source=google&utm_medium=organic
Reacties
Artikel
De betekenis van Cornelis Bok
Tweehonderd jaar geleden bestond er nog geen fotografie. Indien de omgeving al werd vastgelegd was dat op tekeningen en schilderijen. Het schaarse materiaal dat bewaard is gebleven verdient daarom de nodige zorg om het voor het nageslacht zeker te stellen. Dat geldt zeker voor het werk van Cornelis Bok. Cornelis Bok geeft ons een redelijk betrouwbaar beeld van de steden en dorpen van ons Noorderkwartier in lang vervlogen jaren. Daarom heeft Bok in onze tijd de erkenning gekregen die hij tijdens zijn leven moest ontberen. In 1988 met een tentoonstelling in het West-Fries Museum in Hoorn. In 2004 met de kunstexpositie Meesterlijk Schagen en in 2005 met het boek Cornelis Bok (1777- 1836) – Een opmerkelijke West-Fries kunstschilder en schrijver. Klik op Bok-boek. Langs de Cornelis Bok fiets- of wandelroute kun je live - op de oorspronkelijke locatie - van veel van zijn werken genieten. Klik op Wandelroute of Fietsroute
Topografie Met zijn werk treedt Bok in de voetsporen van zijn vakbroeders uit de achttiende eeuw, zoals Roelof Roghmans, Abraham Rademaker en Adriaen Zeeman.
Hun tijdgenoten Cornelis Pronk, Hendrik Tavenier, Abraham de Haen en Jacobus Schijnvoet hadden in de periode 1725-1735 het geluk dat Andries Schoemaker, een rijke Amsterdamse lakenkoopman, tevens bekwaam amateur-tekenaar, steden, dorpen en belangrijke gebouwen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in beeld wilde vastleggen en daartoe een beroep deed op hun vakkennis. Voor de periode dat zij ingehuurd werden hadden zij de zekerheid van een inkomen. Meer weten? Klik op Andries Schoemaker
Armoede Cornelis Bok kwam helaas een kleine eeuw later op de wereld. In de Lage Landen heerste armoede en werkeloosheid. De eens zo trotse Verenigde Oost Indische Compagnie was in 1795 jammerlijk ten onder gegaan aan wanbeheer en corruptie. De vierde Engelse oorlog (1780-1784) en de Franse overheersing (1795-1813) hadden ’s lands economische weerbaarheid deerlijk aangetast. Waren de omstandigheden beter geweest dan was Cornelis’ talent waarschijnlijk tot grotere ontwikkeling gekomen. Ondanks zijn behoeftige omstandigheden heeft Bok toch heel wat werk nagelaten..
Restauratie noodzakelijk Na tweehonderd jaren verkeren veel van zijn werken in een slechte staat. Onderstaande lijst spreekt wat dat betreft voor zich. In de loop de eeuwen zijn werken verdwenen. Van enkele kennen wij alleen nog een foto of een nageschilderd exemplaar. Aan een zevental werken wordt getwijfeld of zij wel door Bok zijn gemaakt. Van veel werken is onbekend wie de eigenaar is, waar zij zich bevinden en of zij nog wel bestaan. Gelukkig zijn er in de laatste jaren tot dan nog onbekend werken van hem opgedoken. In onderstaande lijst geven wij een actueel overzicht.
Voor alle correcties en aanvullingen zijn wij nu al zeer erkentelijk.
Lijst met werken van Cornelis Bok per 01.01.2021 met opmerkingen. Klik op Werken.pdf
Restauratie en financiering Omdat het om veel tekeningen en ingekleurde tekeningen gaat is voor de restauratie een flink kapitaal nodig. Allereerst is het nodig van zoveel mogelijk werken de eigenaar en de actuele staat te achterhalen. Immers onze inventarisatie kan achterhaald zijn. Aan de hand van de geactualiseerde inventarisatie kan een raming gemaakt worden van de per werk benodigde fondsen. Voor werken die in het bezit zijn van een publiekrechtelijk orgaan, zoals een gemeente, zal waarschijnlijk sneller een restauratiebudget kunnen worden gevonden dan voor werken die particulier bezit zijn. De particuliere eigenaar zal bereid moeten zijn om mee te werken en mee te betalen aan de restauratie. Gezien het algemene belang zal wellicht een deel van de kosten gesubsidieerd kunnen worden. Hiervoor dienen wel sponsoren te worden gevonden.
Digitale restauratie en expositie
Een andere methode om het resultaat van restauratie zichtbaar te maken is digitale restauratie. Ook digitale restauratie kost geld. Het is alleen eenvoudiger. Met het beschikbare digitale materiaal waarover wij beschikken zal dat in veel van de gevallen mogelijk zijn. Wel moeten we iemand zien te vinden die de digitale restauratie kan en wil uitvoeren en bereid is een offerte af te geven. Het ligt voor de hand om te beginnen met werken uit Schagen en omgeving waarvan zeker is dat het "echte Bokken zijn". Bij digitale restauratie is het mogelijk het werk af te drukken in grootformaat. Indien het werk wordt getoond met een evengrote professionele foto van de situatie van nu krijg je een duidelijk inzicht in de landschappelijke en bouwkundige veranderingen van onze omgeving. Bovendienwordt de betekenis van Bok nog eens extra geaccentueerd. Dat zou zeker een expositie waard zijn.
Museum krijgt meesterlijke Bok
Bronnen
Reacties
Artikel
Cornelis Bok (1777-1836): een opmerkelijke West-Friese kunstschilder en romanschrijver
Auteurs van het boek zijn:
- Cees Bakker, conservator Westfries Museum en pulicist, Hoorn
- John R. Brozius, kunsthistoricus, Schagen
- Ruud van de Pol, oud-instrumentatie en informatica-medewerker, publicist, Schagen
- Jan Plekker, oud-leraar Nederlands en publicist, Medemblik
Uitgever is:
- Uitgeverij Peter Sasburg, Midwoud
De uitgave van het boek, op voorstel van de Historische Vereniging Schagen e.o., is mogelijk gemaakt door de Stichting Meesterlijk Schagen.
De digitale versie van het boek is welwillend beschikbaar gesteld door de uitgever.
Bronnen