Artikel
Inleiding
Wanneer je vanuit Schagen rechtsaf slaat op de rotonde Westerweg/N248 rijd je in de richting Kolhorn. Aan je rechterhand ligt het Kanaal Schagen-Kolhorn. Aan je linker hand zie je, nog voor de spoorwegbrug, een T-vormig stenen gebouw liggen. Zo midden in het weiland oogt het wat verloren. Een vervallen, oude boerenschuur, die wegens zijn slechte conditie waarschijnlijk in ongebruik is geraakt.
Drone-opname: gemaakt door en met dank aan Wes Ley
Een verborgen historie
Het gebouw heeft ons echter veel te vertellen. Het lijkt inderdaad op een boerenschuur of gezien de kruisvorm (uit de lucht gezien) op een kerkje. Dat uiterlijk had een duidelijke reden. Het gebouw moest opgaan in de landelijke omgeving, want het had in WO II een bijzondere en gevaarlijke functie. Het bouwwerk werd in opdracht van de bezetter gebouwd en werd gebruikt als peilstation om de vele overvliegende geallieerde vliegtuigen en bommenwerpers, op weg naar een doel in Duitsland, met formaties van snelle Jäger (jachtvliegtuigen) te onderscheppen en neer te schieten. Het was een zogenaamde Jägerleitstellung. De manschappen in dit peilstation leidden de onderscheppingsjagers naar hun prooi. Het gebouw droeg de fraaie naam Schneeglöckchen. Dat de vermomming als kerkje of boerenschuur doeltreffend was blijkt uit de feiten. De aanwezigheid van dit peilstation is tijdens de oorlog geheim gebleven. Het bouwwerk heeft de oorlog ongeschonden doorstaan omdat het door de geallieerden nooit is ontdekt. Ook na de oorlog bleek de geschiedenis onbekend. in de inventarisatie van oorlogsmonumenten van 1992 worden de transformatorbunker bij de huidige bioscoop van Schagen en de inmiddels gesloopte kleine bunker bij De Wiel genoemd, echter het Schneeglöckchen blijft onvermeld. Blijkbaar is het bestaan van het peilstation ook voor de omwonenden verborgen gebleven of vergeten. Echter de vele gedenktekens van neergeschoten vliegtuigen en de namen van de omgekomen en soms geredde bemanningsleden, die je overal in de Noordkop vindt, bewijzen hoe luguber die geschiedenis was.
Hieronder gedenkteken aan de Kanaalweg (bij nummer 5) in Nieuwe Niedorp, ontwerp Rutger Jan Bredewold
Schneeglöckchen bij Schagen
De manschappen in het Sneeuwklokje hadden peiltorens nodig om te kunnen peilen en communiceren. Die torens moeten in de buurt van het gebouw hebben gestaan. Echter alles wijst erop dat niemand in omgeving ervan leek te weten. Dat werd mede veroorzaakt omdat het gebouw geïsoleerd in het landelijk gebied stond en het terrein rond het gebouw was gebarricadeerd met versperringen. Dat waren vijf meter hoge palen die met staalkabels onderling verbonden waren om te voorkomen dat er vijandelijke vliegtuigen zouden landen. Naar de beroemde Duitse generaal Rommel werden die versperringen Rommel-asperges genoemd. Rommel was in de laatste oorlogsjaren verantwoordelijk voor de zogeheten Atlantikwall een verdedigingswerk dat zich langs de gehele Europees-Atlantische kust uitstrekte.
Meerdere peilstations in Nederland
Schneeglöckchen was niet het enige peilstation in Nederland. De Stichting Bodemkartering in Wageningen meldt er meerdere.
De benaming van de peilstations was zo gekozen dat deze begon met eerste letter van de dichtstbijzijnde plaats.
Löwenzahn (paardenbloem) bij Leeuwarden
Schneeglöckchen (sneeuwklokje) bij Schagen
Brennnessel (brandnetel) bij Breda
Teerose (theeroos) bij Terlet (in de buurt van Arnhem).
De foto hieronder toont de peiltoren bij Terlet
Hoe werkte zo'n peilstation?
De operaties van de Luftwaffe werden centraal geleid vanuit de Zentralgefechtsstand Diogenes. Deze centrale had als operatiegebied Nederland en het Ruhrgebied. Om deze taak naar behoren uit te kunnen voeren beschikte men over meervoudige directe radioverbindingen met alle vliegvelden, peilposten, radarposten en belangrijke commandoposten. In het geval dat een verbinding uitviel had men een back-up via het telefoonnet. Binnen enkele seconden kreeg men een nieuwe verbinding. Door de meervoudige verbindingen konden de officieren van de gevechtsleiding rechtstreeks met de jachtformaties communiceren en de piloten tot in detail tijdig informeren.
Het zogeheten Y-peilsysteem was een voor die tijd zeer moderne methode van positiebepaling. Enerzijds kon men hiermee de positie van de formatie jagers bepalen en anderzijds was men in staat de jagers snel naar de geallieerde vliegtuigen te geleiden. Hiertoe zond het grondstation gelijktijdig 2 signalen uit met elk een eigen frequentie. Die signalen werden door een van de jagers uit de formatie ontvangen en direct weer retour gezonden. In de peiltoren draaide de operator de peilantenne zodanig dat hij in zijn koptelefoon een maximale ontvangst van het signaal had. De richting van de antenne werd aangegeven op een kaart. Door zijn assistent werden alle meetgegevens doorgegeven aan de Auswertung, een soort rekencentrum. Daar werden de gegevens uitgewerkt en gecombineerd met de resultaten van de afstandsmeting. Door de gemeten tijd tussen uitzending en ontvangst van de signalen te vermenigvuldigen met de lichtsnelheid - radiogolven verplaatsen zich met de snelheid van het licht - en de uitkomst door twee te delen, wist men de positie van de jagers. Omdat er gelijktijdig een signaal met een lage en met een hoge frequentie werd verzonden, kon men gewoonlijk de positie bepalen met een nauwkeurigheid van plus of min 30 km op een schaal van 300 km.
Schneeglöckchen, een vergeten oorlogsmonument dat een betere toekomst verdient!
Het is jammer dat dit bijzondere gebouw zo staat te verpieteren. Een stuk geschiedenis dreigt daarmee in de vergetelheid te raken. In feite is het een oorlogsmonument.
Met een goede toegang en wat parkeerruimte zou het gebouw na een gedegen restauratie een prachtige bestemming - als bijvoorbeeld oorlogsmuseum - kunnen krijgen.
Hieronder "Sneeuwklokje" een schilderij van Xander Poelman
Bronnen
Historische Vereniging Schagen e.o.
Historische Vereniging De ZIjpe
Kees Otter (2013)
Stichting Bodemkartering Wageningen
Interessante info via deze link: https://airbornearnhem.nl/WillemTiemens/radiopeilstations.htm
Artikel in NHD: https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20180921_78694465?utm_source=google&utm_medium=organic
Reacties
Artikel
De betekenis van Cornelis Bok
Tweehonderd jaar geleden bestond er nog geen fotografie. Indien de omgeving al werd vastgelegd was dat op tekeningen en schilderijen. Het schaarse materiaal dat bewaard is gebleven verdient daarom de nodige zorg om het voor het nageslacht zeker te stellen. Dat geldt zeker voor het werk van Cornelis Bok. Cornelis Bok geeft ons een redelijk betrouwbaar beeld van de steden en dorpen van ons Noorderkwartier in lang vervlogen jaren. Daarom heeft Bok in onze tijd de erkenning gekregen die hij tijdens zijn leven moest ontberen. In 1988 met een tentoonstelling in het West-Fries Museum in Hoorn. In 2004 met de kunstexpositie Meesterlijk Schagen en in 2005 met het boek Cornelis Bok (1777- 1836) – Een opmerkelijke West-Fries kunstschilder en schrijver. Klik op Bok-boek. Langs de Cornelis Bok fiets- of wandelroute kun je live - op de oorspronkelijke locatie - van veel van zijn werken genieten. Klik op Wandelroute of Fietsroute
Topografie Met zijn werk treedt Bok in de voetsporen van zijn vakbroeders uit de achttiende eeuw, zoals Roelof Roghmans, Abraham Rademaker en Adriaen Zeeman.
Hun tijdgenoten Cornelis Pronk, Hendrik Tavenier, Abraham de Haen en Jacobus Schijnvoet hadden in de periode 1725-1735 het geluk dat Andries Schoemaker, een rijke Amsterdamse lakenkoopman, tevens bekwaam amateur-tekenaar, steden, dorpen en belangrijke gebouwen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in beeld wilde vastleggen en daartoe een beroep deed op hun vakkennis. Voor de periode dat zij ingehuurd werden hadden zij de zekerheid van een inkomen. Meer weten? Klik op Andries Schoemaker
Armoede Cornelis Bok kwam helaas een kleine eeuw later op de wereld. In de Lage Landen heerste armoede en werkeloosheid. De eens zo trotse Verenigde Oost Indische Compagnie was in 1795 jammerlijk ten onder gegaan aan wanbeheer en corruptie. De vierde Engelse oorlog (1780-1784) en de Franse overheersing (1795-1813) hadden ’s lands economische weerbaarheid deerlijk aangetast. Waren de omstandigheden beter geweest dan was Cornelis’ talent waarschijnlijk tot grotere ontwikkeling gekomen. Ondanks zijn behoeftige omstandigheden heeft Bok toch heel wat werk nagelaten..
Restauratie noodzakelijk Na tweehonderd jaren verkeren veel van zijn werken in een slechte staat. Onderstaande lijst spreekt wat dat betreft voor zich. In de loop de eeuwen zijn werken verdwenen. Van enkele kennen wij alleen nog een foto of een nageschilderd exemplaar. Aan een zevental werken wordt getwijfeld of zij wel door Bok zijn gemaakt. Van veel werken is onbekend wie de eigenaar is, waar zij zich bevinden en of zij nog wel bestaan. Gelukkig zijn er in de laatste jaren tot dan nog onbekend werken van hem opgedoken. In onderstaande lijst geven wij een actueel overzicht.
Voor alle correcties en aanvullingen zijn wij nu al zeer erkentelijk.
Lijst met werken van Cornelis Bok per 01.01.2021 met opmerkingen. Klik op Werken.pdf
Restauratie en financiering Omdat het om veel tekeningen en ingekleurde tekeningen gaat is voor de restauratie een flink kapitaal nodig. Allereerst is het nodig van zoveel mogelijk werken de eigenaar en de actuele staat te achterhalen. Immers onze inventarisatie kan achterhaald zijn. Aan de hand van de geactualiseerde inventarisatie kan een raming gemaakt worden van de per werk benodigde fondsen. Voor werken die in het bezit zijn van een publiekrechtelijk orgaan, zoals een gemeente, zal waarschijnlijk sneller een restauratiebudget kunnen worden gevonden dan voor werken die particulier bezit zijn. De particuliere eigenaar zal bereid moeten zijn om mee te werken en mee te betalen aan de restauratie. Gezien het algemene belang zal wellicht een deel van de kosten gesubsidieerd kunnen worden. Hiervoor dienen wel sponsoren te worden gevonden.
Digitale restauratie en expositie
Een andere methode om het resultaat van restauratie zichtbaar te maken is digitale restauratie. Ook digitale restauratie kost geld. Het is alleen eenvoudiger. Met het beschikbare digitale materiaal waarover wij beschikken zal dat in veel van de gevallen mogelijk zijn. Wel moeten we iemand zien te vinden die de digitale restauratie kan en wil uitvoeren en bereid is een offerte af te geven. Het ligt voor de hand om te beginnen met werken uit Schagen en omgeving waarvan zeker is dat het "echte Bokken zijn". Bij digitale restauratie is het mogelijk het werk af te drukken in grootformaat. Indien het werk wordt getoond met een evengrote professionele foto van de situatie van nu krijg je een duidelijk inzicht in de landschappelijke en bouwkundige veranderingen van onze omgeving. Bovendienwordt de betekenis van Bok nog eens extra geaccentueerd. Dat zou zeker een expositie waard zijn.
Museum krijgt meesterlijke Bok
Bronnen
Reacties
Artikel
Cornelis Bok (1777-1836): een opmerkelijke West-Friese kunstschilder en romanschrijver
Auteurs van het boek zijn:
- Cees Bakker, conservator Westfries Museum en pulicist, Hoorn
- John R. Brozius, kunsthistoricus, Schagen
- Ruud van de Pol, oud-instrumentatie en informatica-medewerker, publicist, Schagen
- Jan Plekker, oud-leraar Nederlands en publicist, Medemblik
Uitgever is:
- Uitgeverij Peter Sasburg, Midwoud
De uitgave van het boek, op voorstel van de Historische Vereniging Schagen e.o., is mogelijk gemaakt door de Stichting Meesterlijk Schagen.
De digitale versie van het boek is welwillend beschikbaar gesteld door de uitgever.
Bronnen
Reacties
Artikel
Bep van Klaveren
In augustus 1928 werden in Amsterdam de Olympische Spelen gehouden. De Nederlandse equipe was met zes gouden medailles en een achtste plaats in het landenklassement buitengewoon succesvol. Onder de goudwinnaars was de Rotterdamse vedergewicht Bep van Klaveren, die daarmee een voor ons land nog altijd unieke prestatie leverde. Zijn Olympische titel gaf het boksen in heel Nederland een impuls. In de Noordkop werden boksclubs gestart in Den Helder, Anna Paulowna, Wieringen, Nieuwe Niedorp en, kijk aan, in Schagen. De Schager Courant meldde op 25 juni 1929 de oprichting van Boksclub Schagen. In 1930 en 1931 vinden we in de krant welgeteld drie tekenen van leven. Twee betreffen feestelijke gelegenheden waarbij de Boksclub Schagen acte de présence gaf. Wie de bestuursleden waren wordt niet vermeld. Evenmin zien we uitslagen van deelname aan wedstrijden. Van Rijswijk's schoenhandel adverteerde welgeteld één keer met 'sportschoeisel voor voetbal, tennis, boksen, racen en hardloopen'. Afgaand op het krantenarchief leidde de boksclub een marginaal bestaan.
Blind
Dat is niet verwonderlijk, want boksen had geen goede naam. Voorstanders wezen op de heilzame werking van de intensieve bokstraining en op de discipline en zelfbeheersing die de beoefenaren kregen bijgebracht. Maar aan uithangbord Bep van Klaveren was dat niet af te zien. Die mepte zijn tegenstanders het liefst 'te pleuris', zoals hij het noemde. Hij had zelfs drie maanden in de bak gezeten omdat hij zijnvrouw buiten westen had geslagen. De Schager Courant liet in de rubriek 'Voor onze jeugd' ene Z, die voor de lol een partijtje had 'geknokt', vertellen dat hij door een flinke 'peut' aan een oog blind was geraakt. Het maakte het boksen er in Schagen niet populairder op en de Boksclub Schagen stierf in de anonimiteit. Gelukkig weten we nu dankzij Lucien Kortenaarvan een tastbare nalatenschap. Zie afbeelding 2. Het lijkt geen erespeld voor bijzondere leden. Eerder is het een lidmaatschapsspeld, die men in de revers stak om uit te dragen dat men lid was. Hij moet omstreeks 1930 zijn uitgebracht, als de veronderstelling klopt dat de club niet langer dan een paar jaar heeft bestaan. De speld van Boksclub Schagen is in bezit van verzamelaar Cees Kuijper, die ook de foto heeft aangeleverd.
Max Euwe
Hiermee is over boksen in Schagen niet het laatste woord gezegd. Eind jaren dertig waaide over Nederland een gure wind van over de oostgrens, waar de Duitse jeugd door de Führer onder meer met bokslessen werd voorbereid op de Tweede Wereldoorlog. Dat vroeg om een reactie. Vanuit de vaderlandse krijgsmacht werd eveneens gewezen op de weerbaarheid door boksen verkregen. Landelijk herleefde de interesse in de bokssport, vooral onder jongeren. Ook in Schagen begonnen weer wat knuisten te jeuken. Op 16 januari 1938 kwamen leden van de Heldersche Boksbond in hotel Igesz een demonstratie geven met het doel in Schagen weer een vereniging van de grond te tillen De man achter dit initiatief was Martin de Haas, die in vennootschap met zijn schoonvader Gerrit Anneveldt aan het Laanplein een fietsenwinkel dreef, waar ook radio's, wasmachines en sportartikelen te koop waren. De Haas was een sportieve vent, regionaal bekend als verdediger in het eerste elftal van de voetbalvereniging Schagen. De oprichtingsvergadering die hij uitschreef trok veel jongeren, ook uit omliggende dorpen als Schagerbrug, 't Zand, Wieringerwaard en Dirkshorn. De zaal kreeg voorgehouden dat het amateurboksen een faire sport was en geen dekmantel voor straatvechters en ruziezoekers. Wie boksen als iets minderwaardigs zag moest bedenken dat de Nederlandse wereldkampioen schaken Max Euwe, een gevierd en hoog ontwikkeld man, had verklaard altijd met veel genoegen de bokssport te hebben beoefend.
Door Vriendschap Sterk
Alle aanwezige jongelui meldden zich aan. De naam van de op 21 februari 1938 opgerichte, nieuwe Schager Boksclub werd DVS, Door Vriendschap Sterk. Als voorzitter en 1e secretaris wierpen zich op de al genoemde Gerrit Anneveldt en Martin de Haas. Tot 1e penningmeester werd benoemd de aan het Noord gevestigde kapper Willem Domper. De 2e penningmeester was de vrachtrijder Joop Hoebe en de 2e secretaris Jo Bremer, ook al een kapper. Aan het haar van de Schager boksdebutanten kan het dus niet hebben gelegen. Maar Gerrit Anneveldt?! Heeft de Schager verzetsman naar wie een straat in Muggenburg is vernoemd, zijn vuisten leren gebruiken bij de Schager Boksclub? Dat mogen we niet voetstoots aannemen. De Gerrit Anneveldt van DVS was de oom van, wat overigens niet uitsluit dat zijn gelijknamige neef lid is geweest. Het bestuur agendeerde de eerste training op vrijdag 25 februari 1938 om 20:00 uur in hotel Igesz, met de toezegging dat getracht zou worden een '1e klas trainer te engageeren'. Vanwege de grote toeloop van leden werd een tweede wekelijkse trainingsavond overwogen. Het koren van DVS stond te bloeien.
Bestuur
Nog eens de bestuursleden:
- Martinus (Martin) de Haas. Beroep(en): rijwielhandelaar. Geboren 02.03.1913 in Uitgeest. Verhuisd naar Schagen 16.05.1936. Gehuwd 29.07.1937 in Schagen met Gretha Anneveldt. Adres Laanplein E 42.
- Gerrit Anneveldt. Beroep(en): letterzetter, rijwielhandelaar. Geboren 13.10.1887 in Stad Doetinchem. Verhuisd naar Schagen 08.03.1907. Gehuwd 26.07.1912 in Schagen met Dieuwertje Schrieken. Adres Laanplein E 43.
- Willem Domper. Beroep(en): kapper. Geboren 26.04.1913 in Schagen. Adres Noord A 74.
- Johannes Cornelis (Joop)Hoebe. Beroep(en): chauffeur, vrachtrijder.Geboren 18.10.1905 in Alkmaar. Gehuwd 16.05.1929 in Warmenhuizen met Anna Cornelia Buiter. Verhuisd naar Schagen 18.04.1934. Adres Noord A 32.
- Johan (Jo) Bremer. Geboren 18.03.1914 in Den Helder. Beroep(en): kapper. Verhuisd naar Schagen 22.10.1936. Gehuwd 13.07.1939 in Schagen met Elisabeth Borst. Adres Loet E 148.
Wat opvalt is dat vier van de vijf import waren; misschien stonden ze daarom open voor een nieuwe sport naast het voetbal, waar ze elkaar van kenden. Allen waren in Schagen een eigen bedrijf begonnen, drie al voor hun 25e. Stuk voor stuk ondernemende mannen. Het is juist daarom zo eigenaardig dat DVS meteen na het uitschrijven van de eerste oefenavond verdwijnt van onze radar. We kunnen ons niet voorstellen dat het bij die ene training is gebleven, maar bewijzen van het tegendeel ontbreken ons. Zijn er lezers die het vervolg van de Schager Boksclub DVS kennen? Dan horen we dat graag.
Bronnen
BRONNEN:
Reacties
Artikel
Frits Bongenaar
Fredericus Petrus Johannes Bongenaar, geb. 22 juli 1901 te Amsterdam, overleden 12 maart 1963 te Haarlem. Gehuwd met Clara Wessels op 9 september 1929. Beroep:dienstkringleider van de technische dienst van de PTT te Schagen
Frits Bongenaar was het hoofd van de Schager spionagedienst in oorlogstijd (de 007 van Schagen) . De in 1901 geboren Frits Bongenaar kwam in 1938 vanuit Zandvoort naar Schagen. Toen Nederland nog neutraal was zat hij bij de Luchtwacht, waar hij bij de verwerkingsinrichting bij de Wiel moest uitkijken naar Engelse en Duitse vliegtuigen. Zijn werk in het verzet deed hij als principieel mensenhelper waarbij hij veel inspiratie vond in het katholieke geloof. Frits Bongenaar luisterde tijdens de bezetting als dienstkringleider van de technische dienst van de PTT in Schagen, samen met zijn 20 jarige assistent Piet Smit Duitse telefoongesprekken af. Zo kon de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) worden gewaarschuwd als er een razzia op til was. In de telefooncentrale aan de Heerenboschstraat werd in 1943 door deze twee ambtenaren een spionagedienst georganiseerd. Deze maakte deel uit van de landelijke (centrale) inlichtingendienst van de Nederlandse regering in Londen, die nauw verbonden was met de LO. Doordat de PTT'ers, als werkers inde buitendienst, een "sonderausweis" hadden voor Duitse militaire werken, waren zij met name actief op spionagegebied. Gegevens over de in en om Schagen gelegen troepen werden op deze wijze toegespeeld aan de Geallieerden. Telefoonverbindingen waren belangrijk voor de Duitsers en Nederlands personeel moest die in stand houden. Onder het mom van 'storing' of 'onderhoud' konden gegevens over de vijand worden verzameld. Zo konden er betrouwbare kaarten worden gemaakt van het gehele verdedigingsstelsel, met bunkers, tankvallen, muren, ge- schutsstellingen en dergelijke, van Schagen tot aan de kust. Deze voor een eventuele neven-invasie belangrijke kaarten werden door koeriers uit Haarlem opgehaald, in Den Haag fotografisch verkleind en veelal in een vulpotlood of luciferdoosje via Zwitserland naar Engeland overgebracht. Ook kon het personeel van de Schager telefooncentrale spioneren op Wehrmacht-bureaus en belangrijke informatie doorspelen aan de Geallieerden. Doordat Frits Bongenaar als PTT'er na spertijd de straat op mocht, heeft hij met een vals persoonsbewijs ook veel onderduikers weggebracht, die dan voor de gelegenheid een pet van de PTT droegen.
Bongenaar had aan her eind van de oorlog een goed contact met Ernst Höhne, een sterk anti-Duits gezinde Oostenrijker, die van februari tot april 1945 bij de Nachrichtentruppen in de telefoonbunker aan de Oude Slotstraat was ingedeeld. Höhne gaf belangrijke berichten, uit onder meer Berlijn, door aan Bongenaar en Smit. Zo kon een bevel tot het onderzoeken van burgers op wapens tijdig aan verzetslieden worden doorgegeven. Höhne werd na de bevrijding aanvankelijk weggevoerd naar Duitsland, maar op initiatief van de Schagenaars schreef de regering in maart 1946 een brief over de "sehr wertvolle Auskunfte" die hij de geheime berichtendienst had gegeven.
In april 1945 hebben Bongenaar en Smit na een, in code gestelde, opdracht te hebben ontvangen vanuit Engeland, meegewerkt aan het doorzagen van telefoonkabels, waardoor het telefoonverkeer werd lamgelegd. Het technisch personeel van de telefooncentrale dook direct onder.
Bongenaar werd na de sabotage ter dood veroordeeld door de Duitsers. Reden waarom hij van de plaatselijke ondergrondse opdracht kreeg om tijdens de bevrijdingsfeesten binnen te blijven.De Duitsers waren immers nog steeds niet ontwapend. Hij maakte het bevrijdingsfeest mee in het huis boven Ranke aan de Gedempte Gracht, vanwaar hij, glurend achter het raam, de feestelijkheden volgde. Na de oorlog is door de PTT-leiding formeel opheldering gevraagd over de vernieling waarbij Bongenaar verklaarde dat hij het als een plicht beschouwde voor het vaderland. In oktober 1947 ontving Bongenaar, namens de minister van oorlog Fievez, een dankbetuiging. Dit certificaat zegt dat hij gedurende de Duitse bezetting onder zeer gevaarlijke en moeilijke omstandigheden geheel vrijwillig werkzaam is geweest voor de inlichtingendienst en daarmee belangrijke steun heeft verleend aan de geallieerde oorlogsvoering.